Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

Zwarte Woud

betekenis & definitie

(Du.: Schwarzwald), gebergte in het zuiden van de BRD, in de deelstaat Baden-Württemberg, deel van het Zuidduitse cuestalandschap, ca. 5000 km2, 160 km lang, 2260 km breed. Het Zwarte Woud daalt in het westen steil, in het oosten geleidelijk af.

De hoogste toppen zijn de Feldberg (1493 m), de Herzogenhorn (1415 m) en de Belchen (1414 m). In het zuiden bestaat het Zwarte Woud vooral uit gneis en graniet, in het noorden uit bontzandsteen. Het Zwarte Woud is rijk aan minerale bronnen (o.m. Baden-Baden, Badenweiler, Bad Krozingen, Bad Rippoldsau, Griesbach, Wildbad). In de ijstijd zijn door vergletsjering veel meren ontstaan. Op de hoogvlakten draagt de flora nog kenmerken uit de ijstijd.

Ca. 55 % van het Zwarte Woud is bebost. De bossen leveren de grondstof voor de celluloseen papierindustrie. Daarnaast is er enige veeteelt en op de westzijde mijnbouw en fruitteelt. De basalt-, spaaten zandsteenvoorkomens worden geëxploiteerd. In het oostelijke Zwarte Woud is de klokkenindustrie geconcentreerd. Verder is er metaal-, auto-, lederwaren-, karton-, glas-, emailen textielindustrie. Er is veel zomeren wintertoerisme.

< >