het stiekum verhandelen van goederen waarin de handel verboden of aan beperkende bepalingen onderhevig is. Zwarte handel doet zich doorgaans voor wanneer de overheid in tijden van schaarste of belangrijke storing in de goederenvoorziening (b.v. tijdens oorlogen of bij oorlogsdreiging) het verbruik aan een vergunningenstelsel of rantsoenering en de verkoop aan een maximumprijs (→prijsbeheersing) bindt.
Koopkrachtigen zullen dan zoeken naar middelen om hun rantsoenen aan te vullen, en op deze wijze ontstaat de zwarte handel. Hierdoor wordt een zeker aanbod aan de officiële markten onttrokken, waardoor de schaarste situatie nog ernstiger vormen aanneemt. Het prijsniveau vertoont vaak een grillig verloop, onder invloed van een instabiel aanbod, een speculatie-element en geruchten, afhangend ook van de ernst van de goederenschaarste, de omvang van de zwevende koopkracht en de risico’s waaraan de zwarte handelaar is blootgesteld. Het geeft veelal een betere indruk van de omvang van de goederenschaarste dan de officiële maximumprijzen, die min of meer onafhankelijk van de werkelijke vraagen aanbodverhoudingen zijn vastgesteld.LITT. R.Miry, Zwarte handel in levensmiddelen (1947); T.Chelmicki, Le marché noir (1950);
M.B.Clinard, The black market (1952); E.Gönensay, The theory of black market prices (in: Economica, 1966).