v., bloedarmoede optredend tijdens een zwangerschap.
(e) Tijdens de zwangerschap is over het algemeen het hemoglobinegehalte van het bloed verlaagd, vooral in het laatste trimester. Terwijl de normale waarde voor een vrouw 8 mmol/1 is, is het niet ongewoon bij zwangeren gehaltes van 7—7,5 mmol/1 aan te treffen. Dit berust op de fysiologische bloedverdunning, een gevolg van de vergroting van het plasmavolume in de zwangerschap. Bij een hemoglobinegehalte beneden de 7 mmol/1 is er sprake van een echte anemie. Deze berust meestal op ijzergebrek. Bij een vrouw zijn de ijzervoorraden over het algemeen al geringer dan bij de man, waarschijnlijk door het maandelijks terugkerende menstruele bloedverlies, en bij de groei van de vrucht is zeer veel ijzer nodig.