Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zwaan (vogel)

betekenis & definitie

v./m. (zwanen),

1. Cygnus, vogelgeslacht uit de familie eenden, waartoe 5 soorten gerekend worden(e); ook afb. van zo’n vogel (e);
2. (fig.) dichter: de Agrippijnse —, Vondel; de Mantuaanse —, Vergilius; de Thebaanse —, Pindaros; de van Kamerijk, Fénelon.

(e) DIERKUNDE. Zwanen zijn vooral gekenmerkt door de lange, dunne hals, gesteund door 23-24 halswervels. De snavel is aan de punt iets verbreed. De poten zijn kort en fors. Het zijn uitstekende zwemmers; hun gang is waggelend. Zij leven streng monogaam.

Het voedsel bestaat vooral uit plantedelen, maar ook uit waterdieren. De wilde en de kleine zwaan (Cygnus cygnus resp. C. bewickii) kunnen een melodieus geluid maken. In Nederland en België komen voor de kleine zwaan, knobbelzwaan en wilde zwaan. De wilde zwaan is de luidruchtigste soort; het geel van de snavel loopt verder door dan bij de kleine zwaan. Hij is een broedvogel van de boreale gebieden van Europa (inclusief IJsland) en Azië.

In Nederland doortrekker en wintergast in klein aantal. In België komt de soort in zeer klein aantal voor. De kleine zwaan is duidelijk kleiner en heeft een kortere hals dan de wilde zwaan en knobbelzwaan. Bovendien minder luidruchtig. Hij is een broedvogel van de arctische gebieden van Europa, Azië en Noord-Amerika. In Nederland doortrekker en wintergast in vrij groot aantal; in België komt de kleine zwaan slechts in klein aantal voor. Verder behoren tot dit geslacht de zwarte zwaan (C. stratus), die broedt in Australië en Nieuw-Zeeland, en de zwarthalszwaan (C. melanocoryphus) uit zuidelijk Zuid-Amerika.

LITT. P.Scott e.a., The swans (1972); A.Hilprecht, Höckerschwan, Singschwan, Zwergschwan (1977).

HERALDIEK. Vooral in de lokale heraldiek van (Noord-)Hollandse dorpen, steden, waterschappen enz. is de zwaan een veel voorkomend embleem, altijd stappend met veelal opgestoken vleugels weergegeven. Dikwijls draagt hij een gouden halsbandring of een kroon rond de hals: waarschijnlijk een herinnering aan de zwanendrift (het voormalige recht zwanen te houden). Soms heeft de vogel in de rechter, opgeheven poot een bundel pijlen als symbool van gezag of enigheid. →vogel, HERALDIEK.In de volkskunst maken zwanen deel uit van de →oeleborden.

< >