Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zoutvat

betekenis & definitie

o. (-en), potje, vaak met (strooi)deksel, bakje of schaaltje, met zout gevuld, bedoeld voor gebruik aan tafel.

(e) In de middeleeuwen was het zout niet alleen van belang om het eten op smaak te brengen, het had ook een symbolische betekenis. Bij banketten werd de rangorde aan tafel door het zoutvat aangegeven: een groot, rijk bewerkt zoutvat (waaruit kleinere zoutvaten werden gevuld en rondgedeeld) stond vóór de gastheer of de eregast. De grote zoutvaten behoorden eeuwenlang tot de kostbaarste voorwerpen. Beroemd is het zoutvat dat door B. Cellini werd gemaakt (1539-43) voor Frans I van Frankrijk. In de 16e en 17e eeuw werden vooral in Engeland fraaie exemplaren vervaardigd.

Ook de Ned. edelsmeden J. Lutma en A. van Vianen maakten zoutvaten. Van laatstgenoemde zijn twee exemplaren met resp. een voorstelling van het Offer van Abraham en van Simson en de Filistijnen (Rijksmuseum, Amsterdam) bewaard gebleven. Tegen het eind van de 17e eeuw, toen het zout aan symbolische betekenis inboette, werd het zoutvat van pronkstuk een gebruiksvoorwerp, wat blijkt uit de kleinere afmetingen. Het zoutvat was toen vaak klosvormig; ook ronde, rechthoekige of achthoekige exemplaren kwamen voor. Tijdens het rococo was het zoutvat vaak schelpof bladvormig en in de tweede helft van de 18e eeuw veelal rond met geprofileerde voet.

Ca. 1785 waren ronde of ovale zoutvaten in zwang die bestonden uit een ajour bewerkt zilveren bakje (vaak op pootjes), waarin een meestal donkerblauw glazen binnenbakje. Behalve van edel metaal werden en worden zoutvaten ook van glas, kristal, aardewerk en porselein gemaakt.

< >