Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zomertaling

betekenis & definitie

m. (-en), Anas querquedula, vogelsoort uit de familie eenden.

(e) Een zomertaling is iets groter dan een wintertaling. Het mannetje is te herkennen aan de bruine kop met een opvallende, van het oog naar de nek lopende witte streep. Het vrouwtje lijkt wel op de vrouwtjeswintertaling. Het mannetje maakt een eigenaardig ratelend of krakend geluid (krikken). Broedt hoofdzakelijk in de gematigde gebieden van Eurazië; de Europese populaties overwinteren in tropisch Afrika, m.n. in de Sahel. In Nederland en België is hij een vrij schaarse, resp. schaarse broedvogel.

De sterke achteruitgang van de laatste jaren houdt mogelijk verband met het uitdrogen van de Sahel. De zomertaling komt terug in het voorjaar vanaf begin maart en trekt weg en door van aug. tot in sept. Nestelt meestal aan of dicht bij zoet water.

< >