Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zoeker

betekenis & definitie

m. (-s),

1. iemand die zoekt;
2. voorwerp waarmee men zoekt; inrichting op een astronomische kijker om een bepaald hemellichaam te zoeken; inrichting aan een camera om na te gaan of het te fotograferen voorwerp goed in het beeldvlak

komt (e);

3. onderdeel van een automatische telefooninstallatie.

(e) Een zeer eenvoudige uitvoering (raamzoeker of iconometer) bestaat uit een draadraampje, gelijkvormig met het fotoformaat, en een viziertje. Zeer veel toegepast wordt de →albadazoeker. Het matglas van een spiegelreflexcamera vormt tevens een voortreffelijke zoeker. Er is een tendens zoveel mogelijk camerafuncties via één zoekeropening controleerbaar te maken, zodat men kan werken zonder de camera van het oog te nemen. →parallax.

< >