Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

ziekteverzuim

betekenis & definitie

o., afwezigheid van het werk wegens ziekte.

(e) In de jaren zestig en zeventig is in de westerse landen een sterke stijging van het ziekteverzuim opgetreden. Dit was geen gevolg van een verslechtering van de volksgezondheid, maar van een verlaging van de verzuimdrempel: eerder dan voorheen besloot men wegens ziekte thuis te blijven. Deze verlaging van de verzuimdrempel kan worden verklaard door verruiming van de verzuimgelegenheid (bepaald door procedures die een zieke moet doorlopen bij een ziekmelding, en de daarbij behorende financiële en maatschappelijke risico’s) en verhoging van de verzuimbehoefte (bepaald door de algemene maatschappelijke situatie en door de bevrediging die men in het werk vindt). Daarnaast speelt een rol dat, als gevolg van veranderende medische en maatschappelijke opvattingen, eerder een verzuimnoodzaak of afwezigheidsbehoefte wordt erkend.

LITT. H.Philipsen, Afwezigheid wegens ziekte (1969); D.Draaisma en P.G.W.Smulders, Ziekteverzuim en het bedrijf (1967); E.C.Schokking-Siegerist, Ziekteverzuim van vrouwelijke werknemers (1979).

< >