Grieks filosoof, * ca. 490 v.C., ✝ ca. 430 v.C. (waarschijnlijk) Athene. Zenoon was een leerling van Parmenides en een van de voornaamste vertegenwoordigers van de ➝ Eleatische School.
Zijn leermeester had de absolute eenheid en onveranderlijkheid van het zijnde a priori uit het absolute karakter van het zijn afgeleid. Om deze leer te verdedigen schreef Zenoon een boek, waarin hij de consequenties van de tegenovergestelde opvatting (nl. die van de veelheid en de veranderlijkheid van het zijnde) tot het ongerijmde trachtte te herleiden. Zijn bekendste argument hiertoe was dat van Achilleus en de schildpad: Zenoon toonde aan dat Achilleus de schildpad nooit kan inhalen, omdat het dier steeds weer een, zij het heel klein, eindje gevorderd is op het ogenblik dat Achilleus op de plaats aankomt waar de schildpad zoeven was. Op dezelfde wijze meende Zenoon te kunnen aantonen dat een renner nooit de eindstreep in het stadion kan bereiken: hij moet immers eerst de helft van de afstand afleggen, dan weer de helft van de tweede helft, daarna opnieuw de helft van het resterende stuk en zo tot in het oneindige (de fundamentele fout die Zenoon bij deze weerlegging maakte, is gelegen in zijn opvatting dat ruimte en tijd ook in feite, actueel, oneindig deelbaar zijn; ze zijn dat slechts in het denken).Litt. H.D.P. Lee, Zeno of Elea (1967).