Oostenrijks dirigent, * 14.10.1871 Wenen, ✝ 15.3.1942 Larchmont (New York). Zemlinsky studeerde te Wenen bij o.a.
J.N. Fuchs en A. Door. Sinds 1899 was hij als dirigent aan verscheidene operahuizen verbonden, o.a. de Wiener Volksoper (1904—11), het Deutsche Landestheater te Praag (sinds 1911) en de Berlijnse Kroll-Oper (1927—30). Met zijn leerling en zwager A. Schönberg stichtte hij in 1904 de Vereinigung schaffender Künstler ter bevordering van de eigentijdse muziek.
Sinds 1920 leidde Zemlinsky een meesterklasse voor compositie aan de Deutsche Musikakademie te Praag. In 1938 vestigde hij zich in de VS. Composities: opera’s: Sarema (1897), Es war einmal (1900), Kleider machen Leute (1910), Eine florentinische Tragödie (1917), Der Zwerg (1921), Der Kreidekreis (1933), Frühlingsbegräbnis (1896), Das gläserne Herz (1901-04; ballet), Die Seejungfrau (1905); 3 symfonieën, kamer-, piano-, koormuziek, liederen.
