Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zelfreiniging

betekenis & definitie

v., (van water) het vermogen op het water geloosde afvalstoffen onschadelijk te maken, waardoor na verloop van tijd weer een toestand van natuurlijke reinheid ontstaat.

(e) In de ruimste zin kan onder zelfreiniging o.a. worden begrepen: het achterlaten op de oevers van drijvende bestanddelen of het doen uiteenvallen ervan; het (in rustig water) bezinken van zwevende deeltjes; het afstaan van geloosde afvalwarmte; de vermindering van radioactiviteit door natuurlijk verval, bezinking e.d.; de vermindering van het aantal ziekteverwekkende organismen (b.v. prooi van hogere organismen of afsterven); neerslaan van anorganische stoffen. Met zelfreiniging wordt in het bijzonder bedoeld de biochemische afbraak van organisch materiaal, m.n. door micro-organismen. Veel anorganische zouten blijven onveranderd in het water (b.v. keukenzout), terwijl er bij de afbraak van organische stoffen veel anorganisch materiaal (o.a. fosfaat en nitraat) vrijkomt. Hierdoor kan ➝ eutrofiëring optreden met als mogelijk gevolg: overmatige algengroei en zuurstoftekorten. Ook voor de afbraak van geloosde organische stoffen door micro-organismen is zuurstof nodig. Dit wordt maar langzaam weer aangevuld vanuit de atmosfeer, zodat benedenstrooms van een lozingspunt een vermindering van het zuurstofgehalte optreedt.

Dit kan leiden tot vissterfte en de vorming van stinkende gassen enz. (➝ afvalwater), zodat b.v. eerst na meer dan 100 km van het lozingspunt er weer zoveel zuurstof opgelost is, dat het ‘genezingsproces’ kan beginnen. Omdat blijkt dat van vele grote rivieren, meren en zelfs zeeën het zelfreinigend vermogen onvoldoende is om een steeds toenemende waterverontreiniging te voorkomen, wordt in dichtbevolkte gebieden steeds meer gestreefd naar een vergaande afvalwaterbehandeling. Voor stoffen als DDT, diëldrin en polychloorbifenylen, die niet of slechts zeer langzaam in de natuur kunnen worden afgebroken, bestaat geen zelfreinigend vermogen. M.n. in EG-verband wordt gewerkt aan een lijst van dergelijke stoffen die geheel niet of maar in beperkte mate geloosd mogen worden. Radioactieve stoffen, zware metalen e.d. die bezonken zijn, kunnen tóch weer in het water terechtkomen.

< >