(ook: Siger van Brabant), Zuid-ned. filosoof, *ca. 1240 in Brabant, ♰ vóór 1284 Orvieto. Zeger van Brabant wordt voor het eerst geciteerd in 1266 als magister artium te Parijs.
Hij verdedigde in de filosofie een radicaal aristotelisme, ook wanneer de argumentatie van de rede tot conclusies leidde die moeilijk met de theologie overeen te brengen waren: b.v. de eeuwigheid van de wereld, de eenheid van het intellect voor allen (→monopsychisme). Deze positie wordt ook wel het Latijns averroïsme genoemd, omdat de heterodoxe stellingen ervan op Averroës zijn terug te voeren. Het lokte een felle reactie uit van de kant der theologen, o.m. Bonaventura en vooral Thomas van Aquino, wiens De unitate intellectus expliciet tegen Zeger en zijn groep gericht was. In 1276 werd Zeger gedagvaard door de Franse inquisitie, maar hij onttrok zich hieraan door zich tot de pauselijke curie (toen in Orvieto) te wenden. Wellicht verbleef hij de rest van zijn leven onder huisarrest.
Hij zou vermoord zijn door zijn waanzinnig geworden secretaris. Dante zag in Zeger de verpersoonlijking van de autonome filosofie.LITT. F.van Steenberghen, Maître Siger de Brabant (1977).