v. (-en), waterkering tegen de zee.
(e) Een zeewering kan bestaan uit natuurlijke formaties (duinen) of uit kunstmatig aangelegde werken (dijken, strandhoofden, strandmuren). De duinen, die tegen verstuiving beplant zijn met bossen, helm of andere planten, vormen van ouds de natuurlijke waterkering in Nederland, België en Noord-Frankrijk. Maar vooral in Nederland zijn zij sterk aan aantasting onderhevig (de kerk te Scheveningen stond b.v. in de 17e eeuw enkele kilometer van de zee, thans vlak erbij). Men ondersteunt de duinen nu door aanleg van strandhoofden, golfbrekers, soms een strandmuur. Maar op den duur is verdediging van de duinwal nodig, waartoe men dijken met steenof betonglooiing aanlegt (Pettense zeewering, Westkapelse zeedijk). De Belg. kust is nog voldoende door duinen beschermd, ondersteund door golfbrekers.