v./m. (-s), (ook: snurrevaad), soort zegen voor de vangst van op de zeebodem verblijvende vis.
(e) De zeeviszegen heeft aan weerszijden een lange lijn. Eén lijn wordt aan een boei vastgemaakt, waarna men in een grote boog varend eerst de rest van de lijn uitstoomt, vervolgens de zegen en de tweede lijn. Het schip is dan weer bij de boei aangekomen. Daarna gaat het schip voor anker en de lijnen worden met behulp van een lier binnengehaald. Bij het binnenhalen wordt de vis door het trillen van de lijnen in de zegen gejaagd. Hoewel de kwaliteit van de vangst goed is, is de produktiviteit van deze vismethode gering.
In Nederland is de methode in onbruik geraakt. Er is in Nederland, België en Denemarken een variant voor deze vismethode ontwikkeld voor twee schepen, de zgn. spanzegen.