o., onderwijs in de zeevaartkunde, vorm van beroepsonderwijs.
(e) In Nederland wordt het zeevaartonderwijs gegeven aan zeevaartscholen en scholen voor scheepwerktuigkundigen onder toezicht van een afzonderlijke inspectie. Er zijn Hogere Zeevaartscholen te Amsterdam, Delfzijl, Den Helder, Rotterdam, Terschelling en Vlissingen. De opleiding voor scheepwerktuigkundige geschiedt aan de Hogere Zeevaartscholen te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Vlissingen, Terschelling, Den Helder en Delfzijl. Tot het lager nijverheidsonderwijs behoren de visserijscholen met opleiding voor het stuurmansdiploma van de Wet op de Zeevisserijdiploma’s (1935). Voorts het matrozeninstituut te Amsterdam (der Kon. Ned. Zeilen Roeivereniging) en het opleidingsschip voor de handelsvaart te Rotterdam.
De Wet op de Zeevaartdiploma’s van 2.8.1935, Stb. 456, nadien herhaaldelijk gewijzigd, regelt de verkrijging van de diploma’s 3e, 2e en 1e stuurman voor de grote handelsvaart, stuurman voor de kleine handelsvaart, stuurman voor beperkte kleine handelsvaart, stuurman voor de grote sleepvaart, stuurman voor de kustsleepvaart; en voor zover betreft de machinisten het voorlopig diploma als scheepswerktuigkundige, het diploma als assistent-scheepswerktuigkundige, het diploma-A, -B en -C als scheepswerktuigkundige en het diploma als motordrijver. De wet onderscheidt grote handelsvaart (zeeschepen met een lengte van meer dan 75 m), kleine handelsvaart (zeeschepen met een lengte van niet meer dan 75 m), beperkte kleine handelsvaart (delen van Noorden Oostzee), grote sleepvaart, kustsleepvaart. Om als kapitein te kunnen varen moet men in het bezit zijn van een door de wet aangewezen diploma en voorts een bepaalde diensttijd hebben. Verder eist de wet naast de kapitein de aanwezigheid van een of meer stuurlieden en machinisten, naar grootte en bestemming van het schip. In België is het zeevaartonderwijs geregeld door de wet van 11.7.1957, gewijzigd door de wet van 23.3.1960. Dit onderwijs wordt gegeven in aangepaste instellingen, ingericht door de openbare besturen of door het privé-initiatief, o.m. de Hogere Zeevaartschool te Antwerpen, de Zeevaartschool te Oostende, en de Rijksvisserijschool te Heist-aan Zee, de Stedelijke Visserijschool te Oostende, de Vrije Visserijschool Pastoor Pype te Oostende, de Vrije Visserijschool te Heist-aan-Zee, en de Vrije Visserijschool te Nieuwpoort.
Het onderwijs omvat een lagere secundaire cyclus (praktisch-technische opleiding), een hogere secundaire cyclus (theoretisch-technische opleiding), en een hogere cyclus (normaal bestemd voor leerlingen die op voldoende wijze de drie leerjaren van het middelbaar onderwijs van de hogere graad of de hogere secundaire cyclus van het technisch onderwijs hebben voltooid). Het onderwijs in de rijksinrichtingen is kosteloos voor de leerlingen van Belg. of Luxemburgse nationaliteit.
Het zeevaartonderwijs leidt op tot het diploma aspirant-officier ter lange omvaart (eindexamen hogere zeevaartschool) en hetzelfde van de kustvaart (eindexamen zeevaartschool). Voorts zijn er de brevetten van le en 2e luitenant en van kapitein ter lange omvaart en ter kustvaart.