Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zandpaal

betekenis & definitie

m. (-palen), cilindrisch gat gevuld met zand bij wijze van grondverbetering.

(e) Het aanbrengen van zandpalen, een methode van grondverbetering waardoor tevens stabilisatie van bouwterreinen kan worden verkregen, is van belang in veenachtige streken. Hierbij worden cilindrische gaten met een middellijn van 15—30 cm op onderlinge afstand van 2—3,5 m in het terrein gevormd. Zij worden met grof zand gevuld en vormen aldus de zgn. zandpaal, waardoor het grondwater over de gehele terreinoppervlakte kan zakken zodat dus het terrein kan inklinken. De diepte tot waarop de gaten worden gemaakt, hangt af van de samenstelling van de ondergrond. Bevindt zich een waterafsluitende laag, b.v. een kleilaag, op enkele meter onder het terreinoppervlak, dan zal onder die kleilaag een onderdruk kunnen heersen. In dat geval worden de zandpalen tot ca. 50 cm onder de afsluitende laag gemaakt en kan het boven de kleilaag aanwezige overspannen water door de kleilaag zakken.

Heerst er een overdruk onder de waterafsluitende kleilaag, dan moet de onderkant van de in te brengen zandpaal tenminste 50 cm boven die laag blijven. Moet een dergelijk te bebouwen terrein vóór de bebouwing worden opgehoogd, dan gebeurt dit met zuiver zand. Door de extra druk hiervan op het oorspronkelijke van zandpalen voorziene terrein, zal dit gehele terrein zodanig gaan inklinken, dat weinig zakking meer plaatsvindt.

< >