(zaagde, heeft gezaagd),
1. met een zaag doorsnijden, verdelen: hout —;
2. met de zaag vormen: figuren —;
3. met de zaag werken: hij staat de hele dag te —;
(ook) slecht op de viool spelen, krassen;
4. voortdurend zaniken (over iets).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: