Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-06-2020

zaaimachine

betekenis & definitie

v. (-s), machine die in landen tuinbouw wordt gebruikt om zaden te zaaien.

(e) Voor het gebruikelijke op-rijen-zaaien kent men twee typen: de normale zaaimachine en de precisiezaaimachine. De normale zaaimachine bestaat uit een zaadbak, aangebracht in een frame dat op twee grote wielen rust. Door twee kleinere voorwielen wordt de machine gestuurd. Ook komen tweewielige typen voor, bestemd om op de →hefinrichting van de trekker aan te bouwen. Onder of achter aan de zaadbak bevinden zich de zaaipijpen, die beneden zijdelings verstelbaar zijn om rijen op verschillende afstand te kunnen zaaien. Onderaan de zaaipijp zitten →vorentrekkers zodat het zaad in een ondiep geultje valt.

Het zaad wordt door een zaaimechanisme uit de bak in de pijpen gebracht. Hiervoor zijn verschillende systemen; men spreekt van lepelrad-, woelrad-, schuifradof celrad-, scheprad-, schuifringen nokkenradsysteem. Het laatste wordt verreweg het meeste toegepast. Bij het nokkenradsysteem loopt aan de achterkant van de zaadbak een as met kleine raderen die van nokken zijn voorzien. Het zaad komt door openingen bij de onderkant van deze nokkenraderen. Door de as sneller of langzamer te laten draaien (via een tandwielkast), wordt de uitgezaaide hoeveelheid bepaald.

Voor extra grote en zeer fijne zaden worden aparte nokkenraderen gebruikt. De werkbreedte van een meerrijige zaaimachine varieert van 1,50—8 m.

De precisiezaaimachine kenmerkt zich, doordat zij voor elke te zaaien rij één element heeft, dat de zaadjes één voor één op de gewenste afstand in het nauwkeurig op diepte getrokken zaaivoortje deponeert. Deze machine wordt vooral gebruikt voor bieten en fijne tuinbouwgewassen.

Afwijkende typen zaaimachines van de normale zaaimachines zijn:

1. de centrifugaalzaaimachine waarbij het zaad door een snel ronddraaiende trechter naar de monding van de zaaipijpen wordt gebracht;
2. de graszaadzaaimachine die het fijne graszaad breedwerpig uitstrooit en door middel van zware ringrollen oppervlakkig in de grond drukt;
3. de handzaaimachine, die te beschouwen is als een eenvoudige uitvoering van de precisiezaaimachine, die door een man met behulp van een paar hefbomen wordt voortgeduwd.

< >