Isang, Koreaans componist, *17.9.1917 Tong Young. Van 1952—56 doceerde Yun compositie aan de universiteiten van Poesan en Seoel.
Van 1956—57 studeerde hij aan het conservatorium te Parijs (bij T.L. A. Aubin) en van 1957—59 aan dat te Berlijn (bij o.a. J.Rufer en B.Blacher). Hij nam verscheidene malen deel aan de Darmstädter Ferienkurse für Neue Musik. In 1964 vestigde hij zich te Berlijn.
In 1967 werd hij op beschuldiging van spionage door de Zuidkoreaanse geheime dienst naar Seoel ontvoerd. In 1969 werd hij begenadigd en keerde hij naar Berlijn terug, waar hij sinds 1970 aan het conservatorium doceert en in 1974 hoogleraar werd. In zijn muziek gaan westerse avantgardistische stijlmiddelen samen met de tradities van de Chinees-Koreaanse kunstmuziek. Composities: opera’s: Träume (1969), Geliebte Füchsin (1970), Geisterliebe (1971), Sim Tjong (1972); orkest: Bara (1960), Fluktuationen (1963), Réak (1966), Dimensionen (1971), Konzertante Figuren (1973); kamermuziek: Loyang (1962), Garak (1963), Nore (1964—66), Riul (1968); vocale werken: Om mani padmehum (1965), Namo (1971), Memory (1974), An der Schwelle (1974).