v./m. (-en; x’je),
1. als teken: vierentwintigste letter, als klank: negentiende medeklinker van het alfabet;
2. in een alfabetische rangschikking (kaartsysteem, boek e.d.) al de namen, woorden of lemmata die met een x beginnen; bij uitbreiding die namen, woorden of lemmata met de bijbehorende gegevens, teksten, systeemkaarten enz.
De x is door de Grieken aan het alfabet toegevoegd zonder Semitisch voorbeeld. Hij diende in het Ionisch en het latere Grieks om de geaspireerde k aan te duiden (onder de naam chi; thans χ) in het Westgrieks echter duidde hij de klankgroep ‘ks’ of ‘gs’ aan, en is hij in die betekenis door de Romeinen overgenomen.
Vormen. De vorm is in wezen onveranderd gebleven; alleen zijn er verschillende oplossingen mogelijk voor de volgorde van de poten, die tot verschillende vormen aanleiding gaven (oudheid, Karolingisch, gotisch en later).