een van de staten van de VS, begrensd door Montana, Zuid-Dakota, Nebraska, Colorado, Utah en Idaho, 253777 km2, 370000 inw. Hoofdstad: Cheyenne.
FYSISCHE GESTELDHEID
Het westen is bergland, deel van de Rocky Mountains; de Wind River Mountains met Grannett Peak (4200 m) en Teton Mountains hebben toppen boven 4000 m. In het noordwesten ligt het Yellowstone National Park, in het westen het Grand Teton National Park. Het oosten is deel van de hoogvlakte de Great Plains. De hoofdwaterscheiding ‘Continental Divide’ loopt door de staat en geeft afwatering naar het oosten (Missouri), het noordwesten (Columbia) en midwesten (Colorado). Het grootste deel gaat via de Big Horn, Cheyenne en North-Platte naar de Missouri. Het landklimaat is door bergen, dalen, hoogvlakten lokaal nogal verschillend. Over het algemeen droge, warme zomers, koude nachten, strenge, sneeuwrijke winters.
BEVOLKING
Wyoming is uiterst dun bevolkt, de steden zijn klein (Cheyenne: 41000 inw.). Van de bevolking is 60,5 % urbaan. Laramie heeft een universiteit.
ECONOMIE
Mijnbouw is het voornaamste bestaansmiddel. Voor aardolieproduktie (te Salt Creek bij Casper) neemt Wyoming de vijfde plaats in in de VS, voor soda is Wyoming eerste, voor uraan (bij Riverton) tweede. Veel delfstoffen zijn nog weinig geëxploiteerd: steenkolen, kopererts, ijzererts, bentoniet, vermaculiet, fosfaat, titaan. De 8800 agrarische bedrijven zijn gemiddeld 1600 ha groot (80 % veebedrijf). Ranchveeteelt met 1,5 mln. stuks vee vindt plaats in de Great Plains. Met 1,6 mln. schapen in de droogste delen is Wyoming de tweede producent van wol en schapevlees.
In het oosten is de landbouw toegenomen door irrigatie (hooibouw, tarwe, suikerbieten, bonen, gerst, haver, maïs). Industrie is weinig ontwikkeld, o.a. door hoge transportkosten, weinig arbeidskrachten, weinig water, weinig krachtbronnen, en omvat bewerking van mijnen landbouwprodukten (steen, aardewerk, glas, bouwmaterialen, houten metaalwaren, landbouwgereedschap). In Cheyenne omvat de industrie verder elektronika en raketten. Het toerisme neemt toe en wordt aangetrokken door veelzijdig natuurschoon, alpinisme, wintersport, sportvisserij en jacht (antilopen, herten, elanden, bergschapen, beren, lynxen, bergleeuwen).
GESCHIEDENIS
Begin 19e eeuw kwamen pelsjagers en handelaars. De eerste vestiging in 1832 was Fort Laramie.
De aanvallen van de Indianen op doortrekkende kolonisten waren het hevigst van 1862—76. Goudvondsten in 1867 te South Pass en ranchers uit Texas met veekudden brachten nieuwe vestiging. Wyoming werd in 1868 een territorium, in 1890 toegelaten als staat.