Wilhelm, Duits filosoof, psycholoog en fysioloog, *16.8.1832 Neckarau (Baden), ♰31.8.1920 Grossbothen (bij Leipzig). Wundt werd in 1864 hoogleraar fysiologie te Heidelberg, in 1874 hoogleraar filosofie te Zürich en in 1875 te Leipzig, waar hij in 1879 het eerste Europese laboratorium voor experimentele psychologie stichtte.
Wundt wordt de vader van de psychologie genoemd; hij maakte deze los van de filosofie en verhief haar tot een autonome wetenschap met een eigen theoretische grondslag. Hij grondvestte zijn psychologisch systeem op de theorie van het psychofysisch parallellisme: lichamelijke verschijnselen zijn wetmatig verbonden met psychische verschijnselen. Deze wetmatigheden moeten ontdekt worden door een fysiologische psychologie, die zich bedient van natuurwetenschappelijke methoden. Onderzoeksmiddel bij uitstek is het experiment, waarbij via nauwkeurige introspectie de ervaringen herleid worden tot hun basiselementen; vervolgens kan men de wetmatigheden opsporen waaraan hun onderlinge verbindingen gehoorzamen.De psychologie, volgens Wundt de wetenschap van de onmiddellijke ervaring, moet geen onbewuste processen bestuderen, maar alleen de structuur van bewustzijnsinhouden. Deze richting, uitgewerkt door Wundts leerling E.B.Titchener, werd daarom later structuralistische psychologie genoemd, in tegenstelling tot functionalistische psychologie. ‘Hogere’ psychische processen (d.w.z. processen als leren, herinneren, streven, waarvoor geen lichamelijke parallelprocessen ontdekt waren) achtte Wundt niet toegankelijk voor experimenteel onderzoek; hij wilde ze indirect onderzoeken door bestudering van de ontwikkeling van taal, godsdienst, recht enz. bij verschillende volkeren (volkerenpsychologie). Werken: Grundzüge der physiologischen Psychologie (3 dln. 1874), Philosophische Studiën (20 dln. 1883—1902), System der Philosophie (2 dln. 1889).
Grundriss der Psychologie (1896), Völkerpsychologie (2 dln. 1904), Psychologische Studiën (10 dln. 1906-17).
LITT. A.Heussner, Einführung in W.Wundts Philosophie und Psychologie (1920); P.Petersen,
W.Wundt und seine Zeit (1925).