m. (-en), evenredigheidsfactor tussen de bewegingskracht en de weerstandbiedende kracht.
De wrijvingscoëfficiënt van glijdende wrijving: 𝜇T = FW/FN, wordt proefondervindelijk vastgesteld. De waarde, altijd kleiner dan één, is afhankelijk van de materialen die met elkaar in aanraking zijn, de smering (droge smering, gemengde smering, vloeistofsmering); de vlaktedruk tussen de beide vlakken en de glijsnelheid ten opzichte van elkaar. De ft van rust is altijd groter dan die van beweging.
De wrijvingscoëfficiënt van rollende wrijving: 𝜇 = 𝜆/r (afb.2), is het gevolg van het kantelmoment dat uitgeoefend moet worden om het wiel (b.v.) dat een indrukking heeft veroorzaakt (wrijving) te doen voortrollen: Fr≈𝜆G. 𝜆 is afhankelijk van de met elkaar in aanraking zijnde materialen en de relatieve snelheid tussen rol en vlak.