v. (-en), het zich verzetten tegen iemands optreden in burgerlijke zaken en strafzaken wanneer reden bestaat om voor partijdigheid te vrezen.
Een rechter kan door een partij op bepaalde gronden in een bepaald geding worden gewraakt. De gronden van wraking van rechters in burgerlijke zaken en die van scheidslieden worden in Nederland genoemd in de artt. 30 resp. 626 WBv, en die van rechters in strafzaken in art. 516 WSv, in België in de artt. 828, 829 Ger. Wbk. In België is wraking bovendien mogelijk tegen de leden van de jury bij het hof van assisen.