Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Woudrichem

betekenis & definitie

(ook: Woerkom, Workum), Ned. gemeente in de prov. Noord-Brabant, 51,49 km2, 12 410 inw., overwegend n.h.

De gemeente omvat de kernen Almkerk, Giessen, Neer-Andel, Op-Andel, Rijswijk, Uitwijk, Waardhuizen en Woudrichem. De beroepsbevolking is voor een groot gedeelte werkzaam in de industrie in de omgeving. Ter plaatse ligt de werkgelegenheid vooral in de akkeren tuinbouw en in de industrie (montagebouw, schoenfabriek, conservenfabriek). Het vestingstadje Woudrichem, waarvan de wallen grotendeels bewaard zijn gebleven, herbergt een groot aantal bezienswaardigheden: o.a. de Sint-Maartenskerk (15e eeuw), de Waterpoort (15e eeuw), het raadhuis (1592), het De Wittspoortje (1611) en diverse fraaie oude gevels (eind 16e—begin 17e eeuw). GESCHIEDENIS. Woudrichem ontstond uit een nederzetting om een in de 7e eeuw gestichte kapel; het was hoofdplaats van het Land van Altena. Het stadje was van strategisch belang door haar ligging aan de samenkomst van Waal, Maas en Merwede.

De heerlijkheid Woudrichem kwam in 1332 in het bezit van de Hollandse graaf Willem III en bleef tot 1798 Hollands bezit. In 1815 kwam Woudrichem aan Noord-Brabant.

< >