v. (-en), tandwieloverbrenging voor elkaar, meestal loodrecht, kruisende assen met op de ene as een worm en op de andere een wormwiel.
Het gedreven wiel van de worm-wormwieloverbrenging, de worm, heeft een klein aantal tanden (1—5) die als schroefgangen (meestal meergangig) op het cilindrische wiel of direct op de as zijn aangebracht. Tegenover andere schroefwieloverbrengingen heeft een worm-wormwieloverbrenging het voordeel van een rustige, trillingsvrije gang, omdat de flanken van worm en wormwiel langs elkaar glijden en de tandaanraking volgens een lijn plaatsvindt. Tevens zijn er steeds 2—4 tanden tegelijk in ingrijping waardoor deze overbrenging een hoge belasting kan verdragen. Een belangrijk voordeel is ook de grote overbrengingsverhoudingen die in één trap mogelijk zijn (1 : 100): een omwenteling van de worm heeft b.v. de verplaatsing over een tand van het wormwiel ten gevolge. Een nadeel is echter het lage rendement (80—90 %) tegenover dat bij normale tandwieloverbrengingen (98 %). De extra warmte die door de grote wrijving ontstaat wordt afgevoerd door koelvinnen op het huis aan te brengen. Worm-wormwieloverbrengingen gebruikt men vaak bij aandrijvingen van hijsen transportwerktuigen en gereedschapsmachines.
