Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Wond (wonde)

betekenis & definitie

I. v./m. (-en),

1. (geneeskunde) lesie, verbreking van de normale samenhang van levend weefsel (in het gewone spraakgebruik beperkt tot gevallen waarbij het lichaamsoppervlak eveneens beschadigd is): de vinger op de wond leggen, deze nauwkeurig aanwijzen, (fig.) precies zeggen waar een gebrek schuilt; (fig.) een pleister op de wond leggen, leed verzachten; dat is balsem voor zijn wond, dat is een troost voor hem;
2. (geheel fig.) verdriet, smartelijke herinnering: open die oude wond niet, spreek niet van dat leed van vroeger;

II. bn., gewond, gekwetst: de wonde plek.

Wonden kunnen ontstaan door inwerking van mechanisch geweld (b.v. kogelwond), van chemicaliën (sterke zuren, logen en bijtende gassen), door blootstelling aan extreme temperaturen (verbranding, bevriezing) of aan radioactieve straling of elektriciteit. Een wond kan gelegen zijn aan het lichaamsoppervlak (open wond) of inwendig gesitueerd zijn (gesloten wond) zoals bij een hersenkwetsuur of een gescheurde milt.

De verschijnselen van een wond zijn van algemene en van plaatselijke aard. De algemene verschijnselen hangen af van de ernst van de verwonding. Bij kleine wonden zijn zij te verwaarlozen. Bij ernstige wonden met veel bloedverlies krijgt men in het algemeen shockverschijnselen. De plaatselijke verschijnselen zijn sterk wisselend, al naar de lokalisatie van de wond. In het algemeen is er plaatselijke roodheid, zwelling, pijn en de functie van het verwonde lichaamsdeel is gestoord. wondgenezing.

< >