Ned. schrijver en beeldhouwer, * 26.10.1925 Oegstgeest. Wolkers studeerde beeldhouwkunst te Amsterdam, Salzburg en Parijs bij O.
Zadkine. Als schrijver debuteerde hij in Podium met het kort satirisch toneelstuk Mattekeesjes (1958). Zijn romans en verhalen dragen het karakter van een afrekening met zijn jeugdervaringen, opgedaan in een streng calvinistisch milieu, waarin de vaderfiguur sterk domineerde. De weergave hiervan en zijn sobere en directe woordkeus trekken sterk de aandacht. Zijn maatschappelijk engagement blijkt o.a. uit zijn autobiografie-in-beelden-document Werkkleding (1971) en het verslag van zijn verblijf op het onbewoonde eiland uit Groeten van Rottumerplaat (1971). Als toneelschrijver oogstte Wolkers succes met Babel (1963) en met de burleske Wegens sterfgeval gesloten (1963).
In Kruiningen (watersnoodramp, 1953), Groningen en Amsterdam staan enkele beelden van Wolkers. Zijn latere sculpturen zijn non-figuratief. Zijn voorkeur voor strakke, architectonische vormen blijkt vooral uit zijn reliëfs en reliëfachtige schilderingen. Werken: romans en verhalen: Serpentina’s petticoat (1961), Kort Amerikaans (1962), Gesponnen suiker (1963), Een roos van vlees (1963), De hond met de blauwe tong (1964), Terug naar Oegstgeest (1965), Horrible tango (1967), Turks fruit (1969; verfilmd 1972), De walgvogel (1974), De kus (1977), De doodshoofdvlinder (1979), De perzik van onsterfelijkheid (1980).Litt. J.H. Caspers e.a., J.
Wolkers (1971); E. Popelier, J. Wolkers (1975); A.L. Oosthoek, Over Terug naar Oegstgeest van Jan Wolkers (1976).