v./m. (-en), (ook honingmier), Myrmecocystus, mierengeslacht, inheems in droge gebieden van Noord-Afrika.
Op bepaalde tijden van het jaar verzamelen sommige werksters van de woestijnmier zoveel voedsel, dat het achterlijf geweldig opzwelt. Zij gaan in het nest aan het plafond hangen en dienen dan als levende voorraadpotten.