Ned. arts en schrijver, * (ged. 10.1.)1747 Haarlem, ✝ 17.4.1808 ’s-Gravenhage. Van Woensel studeerde medicijnen, promoveerde te Leiden (1770) en vestigde zich als arts te Sint-Petersburg.
In 1780 keerde hij naar de Republiek terug en werd arts bij de marine te Amsterdam. Hij maakte daarna nog enkele grote reizen, o.a. naar Turkije en West-Indië. Zijn ervaringen verwerkte hij o.m. in De tegenwoordige staat van Rusland (1781) en Rusland beschouwd (1804). Zijn reisverslag Aanteekeningen, gehouden op eene reize door Turkijen, Natoliën, de Krim en Rusland, in de jaaren 1784—89 (1791—95) is nog altijd lezenswaard. Verder schreef hij medische en politieke geschriften en gaf onder het pseudoniem Amurath-Effendi, Hekim-Bachi vanaf 1792 de almanak De lantaarn uit, die 1800 in beslag werd genomen vanwege enkele erin voorkomende satires. Uitgave: Pieter van Woensel, Amurath-Effendi, Hekim-Bachi, door J.J. Wesselo (1974; bloeml.).
