plateaurand in het zuiden van de Zuidafrikaanse provincie Transvaal, op een hoogte van 1500—1900. De Witwatersrand is 3—11 km breed en bijna 200 km lang.
Zij bezit een bijna ononderbroken rij van goudmijnen. Grote witte zandhopen, het afgewerkte materiaal, markeren het landschap. Het goud komt voor in prepaleozoïsche lagen, die men samen Witwatersrandformatie noemt. Het is een pakket klastische sedimenten van continentaalfluviatiele oorsprong. In het bovenste deel bevinden zich de goudhoudende conglomeraten (riffen). In 1886 werd het erts gevonden, in 1889 ondernam men de eerste ondergrondse exploitatie.
Ondanks het sterke dak hebben toch door het weggraven voortdurend verzakkingen en aardbevingen plaats, die veel schade aanrichten. Daarom vult men de verlaten gangen weer met zand op. Industrie en handel zijn in dit gebied sterk toegenomen; bijna de helft van de industrie van Zuid-Afrika is aan de Witwatersrand geconcentreerd.