Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Witsen (nicolaas)

betekenis & definitie

Ned. politicus, * 8.5.1641 Amsterdam, ✝ 15.8.1717 Amsterdam. Witsen studeerde rechten te Leiden.

Hij ging als lid van het gezantschap onder Jacob Boreel naar Rusland en verzamelde gegevens omtrent land en volk. In 1670 werd hij lid van de vroedschap van Amsterdam; in 1672 lid van de Commissie van Defensie voor de verdediging van Amsterdam; 1674 lid van Gecommitteerde Raden; van 1682—1705 burgemeester van Amsterdam. Hij werd aangewezen om deel te nemen aan het gezantschap naar Engeland en tekende het voor Amsterdam nadelige handelsverdrag met Engeland met ‘beevende hand’ (1689). Witsen begeleidde tsaar Peter de Grote tijdens zijn bezoek aan Amsterdam (1697—98). Witsen was deskundige op het gebied van scheepsbouw. Werken: Noorden Oost-Tartarije (1692); Aeloude en hedendaegsche scheepsbouw en bestier (1671, 2e dr. 1690).

Uitgave: Moscovische reyse, 1664—65, door T.J.G. Locher en P. de Buck (1966—67).

Litt. F.L. de Balbian Verster, Burgemeesters van Amsterdam in de 17e en 18e eeuw (1932, 2e dr. 1970).

< >