o. (-en), (ook: wilsoncamera), nevelvat, instrument om de banen van snelbewegende kleine deeltjes zichtbaar te maken.
Wanneer b.v. een alfadeeltje door lucht gaat, zal het op zijn weg de aanwezige gasmoleculen ioniseren. De gevormde ionen kunnen dienst doen als condensatiekernen in een onderkoelde, dus oververzadigde damp. Dit geschiedt door het vat, waarin de ionen gevormd worden, te verzadigen met waterdamp en dan door het plotselinge uittrekken van een zuiger deze ruimte te vergroten. Hierbij treedt een afkoeling op, waardoor de waterdamp als kleine druppeltjes gaat condenseren op de aanwezige ionen die gevormd zijn langs het spoor van de energierijke deeltjes. Door sterke belichting kan men deze waterdruppeltjes zichtbaar maken en de baan fotograferen. Het wilsonvat heeft een belangrijke rol gespeeld bij het fundamenteel onderzoek van snelle deeltjes. Het is bijna geheel vervangen door het bellenvat en het vonkenvat.