Brits politicus, *11.3.1916 Huddersfield (Yorkshire). Wilson studeerde te Oxford economie, filosofie en politieke wetenschappen.
In 1945 werd hij voor de Labour Party lid van het Lagerhuis. Van 1947-51 was hij minister van Handel, daarna speelde Wilson een belangrijke rol in de linkervleugel van zijn partij. In 1963 werd hij voorzitter van de Labour Party en legde hij zich vooral toe op het behoud van de eenheid in de partij. Van 1964—70 was hij premier. In 1970 leed de Labour Party een verkiezingsnederlaag, waarna Wilson oppositieleider werd. In 1971—72 stemde de partij tegen Engelands toetreding tot de EEG, hetgeen leidde tot een crisis in de Labour Party, die door Wilson werd bezworen.
In 1974 werd hij opnieuw premier. Na de formatie van een minderheidskabinet, schreef Wilson opnieuw verkiezingen uit, die de Labour Party een krappe meerderheid van drie zetels bezorgden. Op 16.3.1976 trad Wilson om persoonlijke redenen als leider van de Labour Party en daarmee als premier af. Werken: New deal for coal (1945), In place of dollars (1952), War on want (1953), The new Britain (1964), Purpose in politics (1964), The relevance of British socialism (1964), Purpose in power (1966), The Labour government 1964—70 (1971), The governance of Britain (1976), Final term: the Labour government, 197476 (1979).
LITT. P.Foot, The politics of Harold Wilson (1968); A.Sampson, The new anatomy of Britain (1971).