o. (-en), (recht) afwezigheid bij een der partijen van de intentie tot het sluiten van een overeenkomst.
Voor de geldigheid van een overeenkomst is de toestemming van partijen vereist. Er is sprake van een wilsgebrek wanneer toestemming bij een der partijen ontbreekt, of wanneer toestemming is verkregen onder invloed van dwang, dwaling of bedrog. Een wilsgebrek kan leiden tot vernietiging van de overeenkomst door de rechter. Zie nietigheid.