Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Willem (mansnaam)

betekenis & definitie

[Oudhdu. viljo, wil, vreugde, helm, bescherming] (Du.: Wilhelm, Eng.: William, Fr.: Guillaume), mansnaam, gedragen door vele vorsten.

---------------------------

ENGELAND

---------------------------

Willem I (de Veroveraar)

hertog van Normandië (1035—87), koning van Engeland (1066—87), * ca. 1027 Falaise, ✝ 9.9.1087 Rouen; bastaardzoon van Robert II de Duivel, hertog van Normandië. Hij huwde Mathilda van Vlaanderen, afstammelinge van koning Alfred de Grote van Wessex. Tussen 1046—55 onderdrukte Willem in Normandië verscheidene opstanden van baronnen. Zijn huwelijk bracht hem in conflict met paus Leo IX, vriend van keizer Hendrik III, die bang was voor een coalitie tussen Vlaanderen en Normandië. In 1052 werd hij door Eduard de Belijder als opvolger in Engeland aangewezen. Na diens dood liet Harold van Wessex zich tot koning uitroepen.

Willem landde op 28.9.1066 met een expeditieleger bij Pevensey (Sussex) en versloeg Harold op 14.10 in de Slag bij Hastings, keerpunt in de Engelse geschiedenis. Willem voerde het feodale stelsel in en verdeelde de bezittingen van de Angelsaksische adel onder zijn volgelingen. In 1086 liet Willem het Domesday book opstellen. Hij stierf in de strijd tegen de Franse koning Filips I.

Litt. D.G. Douglas, William the Conqueror (1964); F. Barlow, William I and the Norman conquest (1965); D. Whitelock, The Norman conquest (1966); K. V.

Jäschke, Wilhelm der Eroberer (1977). Willem II (Rufus [Lat., de Rode)

koning van Engeland (1087—1100), * ca. 1056, ✝ (verm.) 2.8.1100; tweede zoon van Willem I. Hij erfde het koningschap over Engeland, terwijl zijn oudere broer Robert in het hertogdom Normandië kreeg. Hij onderdrukte het Normandische verzet onder leiding van Odo, bisschop van Bayeux. In 1096 kreeg Willem II Normandië in pand van Robert. Zijn pogingen om het gezag van de kerk te ondermijnen, leidden in 1097 tot een conflict met aartsbisschop Anselmus van Canterbury, die gedwongen werd in ballingschap te gaan.

Litt. F. Barlow, The feudal kingdom of England, 1042—1216 (1955); G. Slocombe, Sons of the Conqueror (1960).

Willem III (van Oranje)

koning van Engeland (1689—1702), NEDERLAND (stadhouders), Willem III.

Willem IV (koning van Groot-Brittannië en Ierland )

koning van Groot-Brittannië en Ierland en koning van Hannover (1830—37),

* 21.8.1765 Londen, ✝ 20.6.1837 Windsor; derde zoon van George III. Reeds jong trad Willem IV in dienst bij de marine. In 1830 volgde Willem IV zijn broer George IV op. Tijdens zijn regering werd de Reform Bill aangenomen (1832) en kwamen belangrijke hervormingen (o.a. afschaffing van de slavernij) tot stand. In 1834 ontsloeg Willem eigenmachtig het kabinet Melbourne en benoemde het (kortstondige) kabinet-Peel, een ongebruikelijk ingrijpen, dat nadien nooit meer is voorgekomen.

Litt. W.G. Allen, King William (1960); A. Somerset, The life and times of William IV (1980).

-------------------------

FRIESLAND-GRONINGEN-DRENTHE

-------------------------

Willem Frederik graaf, sinds 23.11.1652 vorst van Nassau-Dietz, stadhouder van Friesland (1640—41) en van Groningen en Drenthe (1650—64), * 7.8.1613 Arnhem, ✝ (ongeluk) 31.10.1664 Leeuwarden; tweede zoon van Ernst Casimir. Willem Frederik huwde op 2.5.1652 Albertina Agnes, dochter van stadhouder Frederik Hendrik. Willem Frederik volgde onder tegenstand van Frederik Hendrik zijn broer Hendrik Casimir I op als stadhouder van Friesland. Hij nam in 1645 deel aan de verovering van Hulst en steunde de stadhouder Willem II in zijn aanslag op Amsterdam. Willem Frederik trachtte vergeefs met behulp van Frankrijk en de Oranjegezinden de plaats van Willem III in te nemen tijdens diens minderjarigheid.

Willem Lodewijk stadhouder-gouverneur van Friesland (1584—1620), stadhouder van Groningen (1595—1620) en Drenthe (1596—1620), graaf van Nassau-Dillenburg (1606—20), * 13.3.1560 Siegen, ✝ 31.5.1620 Leeuwarden; oudste zoon van Jan VI van Nassau-Dillenburg. Willem Lodewijk ging met zijn vader in 1577 naar de Nederlanden, trad in 1579 in dienst van Willem I van Oranje als officier van de ruiterij en streed van 1580 af in Friesland tegen de Spanjaarden. In 1583 werd Willem Lodewijk luitenant-gouverneur van Friesland, in 1584 stadhouder-gouverneur en kapitein-generaal. Willem Lodewijk was met zijn neef, stadhouder prins Maurits, de schepper van het staatse leger en nam deel aan de veldtochten van 1590—94. Hij richtte de universiteiten van Franeker (1585) en Groningen (1614) op. Willem Lodewijk schaarde zich in het Twaalfjarig Bestand (1609—21) aan de zijde van de contraremonstranten, drong bij Maurits aan op krachtig optreden, maar wilde na de nederlaag van de remonstranten een gematigd optreden tegen Oldenbarnevelt. Hij heeft veel bijgedragen tot de protestantisering van Groningen, Friesland en Drenthe.

-------------------------

GELRE-GULIK

-------------------------

Willem I (hertog van Gelre)

(1371—1402), als Willem VII hertog van Gulik (1393—1402), * 1363, ✝ 16.2.1402 Arnhem; zoon van Willem VI van Gulik en Maria van Gelre. Willem huwde op 18.9.1379 Catharina van Beieren, dochter van Albrecht van Beieren, en verkreeg op 4.12.1371 de heerschappij over Gelre na de Gelderse Successieoorlog. Willem ondernam tochten naar het Heilige Land en tot twee maal toe naar Pruisen. In zijn oorlog met Johanna van Brabant om het bezit van Grave (1386) werd Willem gesteund door Richard n van Engeland en Johanna door Karel VI van Frankrijk en Filips de Stoute van Bourgondië. In 1388 moest Willem Brabants leenheerschappij over Grave erkennen, maar wist het in 1400 toch in te lijven. In 1401 verbond Willem zich met de hertog van Orléans, de vijand van Bourgondië, waarvoor hij de relaties met Engeland verbrak.

------------------------

HENEGOUWEN

------------------------

Willem I—IV zie HOLLAND, Willem III—VI.

------------------------

HOLLAND

------------------------

Willem I graaf van Holland, (1203—22), * ?, ✝ 4.2.1222; zoon van Floris III en Aleida (Ada) van Schotland. Willem huwde in 1198 Aleida, dochter van Otto I van Gelre, in 1220 Maria van Brabant, weduwe van keizer Otto IV van Brunswijk. Willem vergezelde zijn vader tijdens de Derde Kruistocht, tijdens welke Floris op 1.8.1190 te Antiochië overleed. Hij streed na zijn terugkeer, verbonden met Friezen en Vlamingen, om het bezit van Holland en Zeeland, tegen zijn oudere broer Dirk VII. Na een verzoening werd hij graaf in Friesland. Na Dirks dood (1203) werd de strijd voortgezet door diens dochter Ada en haar man Lodewijk II van Loon.

Dit conflict, onderdeel van de strijd tussen de Duitse Welfen en Hohenstaufen, eindigde met een zege voor Willem (1213). Hij ontving het graafschap als rijksleen van keizer Otto IV. Willem werd door de paus in de ban gedaan wegens zijn aandeel in de expeditie van de Franse kroonprins Lodewijk (VII) tegen de Engelse koning Jan zonder Land. Hij verzoende zich met Rome door deelname aan de kruistocht van 1217—19, waar hij veel roem verwierf. Willem bevorderde de opkomst van de steden en gaf stadsrechten aan Middelburg, Dordrecht, Geertruidenberg en mogelijk ook Leiden.

Willem II graaf van Holland, (1234—56) en roomskoning (1247—56), * 1227 Leiden, ✝ (verm.) 28.1.1256 bij Hoogwoud; zoon van Floris IV en Mathilde van Brabant. Willem huwde op 25.1.1252 Elisabeth, dochter van Otto I van Brunswijk-Lüneburg. Willem stelde zich op instigatie van paus Innocentius IV tegenover keizer Frederik II en werd op 3.10.1247 tot rooms-koning gekozen en op 1.11.1248 te Aken gekroond. Hij voerde o.a. strijd met Margareta van Vlaanderen, die in 1253 met de nederlaag van de laatste eindigde. Willem vergrootte zijn macht tegenover de vorsten. In 1256 zou hij op uitnodiging van paus Alexander IV naar Rome gaan om tot keizer gekroond te worden.

In een poging voor zijn vertrek de West-Friezen te onderwerpen, zakte hij echter bij Hoogwoud door het ijs en werd door zijn vijanden gedood. Hij was de stichter van het Hof te ’s-Gravenhage met de Ridderzaal.

Willem III (de Goede) graaf van Holland en als Willem I graaf van Henegouwen (1304—37), * 1285 Valenciennes, ✝ 7.6.1337 Valenciennes; zoon van graaf Jan II van Avesnes en Filippina van Luxemburg. Willem huwde op 23.5.1305 Johanna, dochter van graaf Karel I van Valois. Willem voerde een actieve buitenlandse politiek en had grote invloed (hij was de schoonvader van rooms-koning Lodewijk van Beieren, Willem van Gulik en koning Eduard III van Engeland). Zijn invloed in de internationale politiek werd nog groter toen in 1328 zijn zwager Filips van Valois koning van Frankrijk werd. Toen de Franse macht te groot werd, wist Willem Brabant langzamerhand van Frankrijk los te maken, waardoor in de in 1337 uitgebroken Honderdjarige Oorlog Henegouwen-Holland, Vlaanderen en Brabant aan Engelse zijde stonden. Willem breidde de macht van Holland uit ten koste van het Sticht, regelde de kwestie Zeeland bewester Schelde (1323) en kreeg vaste voet in Friesland. Willem is tevens bekend door de goede inrichting van kanselarij en registerkamer.

Litt. F.M.W. Hugenholtz, Ridderkrijg en burgervrede (1959).

Willem IV graaf van Holland en als Willem II graaf van Henegouwen (1337—45), * 1318, ✝ (gesn.) 26/27.9.1345 Warns; zoon van Willem III. Willem huwde in 1336 Johanna van Brabant. Hij bezat niet de diplomatieke talenten van zijn vader, maar was wel een avontuurlijk ridder; hij maakte een pelgrimstocht naar Jeruzalem, streed tegen de Moren, Wenden, Litouwers en Pruisen. Willem slaagde erin Jan IV van Arkel tot bisschop van Utrecht te doen benoemen, maar deze ontworstelde zich aan Willems invloed, waardoor een Hollands-Utrechtse Oorlog ontstond. Willem begon een veldtocht tegen de Friezen, maar zijn legertje werd bij Warns verslagen.

Willem V graaf van Holland en als Willem I hertog van Beieren (1345—89), tevens als Willem III graaf van Henegouwen (1356—89), * 1329, ✝ vóór 15.3.1389 Quesnoy; zoon van Lodewijk IV van Beieren en Margareta I van Avesnes. Willem huwde in 1352 Mathilde, dochter van Hendrik van Lancaster en weduwe van Ralph van Stafford. Willem werd door zijn moeder, die bij de dood van Willem IV door Lodewijk met Holland en Zeeland was beleend, in 1345 belast met het bestuur over deze gewesten. Willem kreeg van haar op 5.1.1349 rechten op deze gewesten, maar dit had heftige strijd tussen Hoeken en Kabeljauwen ten gevolge, waarbij Margareta op de eersten en Engeland en Willem op de laatsten steunde. In 1354 kwam een verzoening tot stand, waarbij Willem Holland en Zeeland kreeg. Na de dood van Margareta in 1356 werd Willem graaf van Henegouwen. In 1357 krankzinnig geworden, moest Willem in 1358 de regering overlaten aan zijn broer Albrecht van Beieren.

Willem VI graaf van Holland, als Willem II hertog van Beieren, als Willem IV graaf van Henegouwen (1404—17), * 1345, ✝ 31.5.1417 Bouchain; zoon uit het eerste huwelijk van Albrecht van Beieren met Margareta van Brieg. Willem huwde op 12.4.1385 met Margareta van Bourgondië. Hij verkreeg in 1389 het bewind over Henegouwen en bemachtigde later gebieden rond Gorkum van Jan V van Arkel (1412) en IJsselstein van de Egmonds. Willem maakte in het jaar 1417 een vergeefse tocht naar Frankrijk om zijn schoonzoon Jan van Touraine (gehuwd met Jacoba van Beieren) de troon te verzekeren.

--------------------------

LUXEMBURG

--------------------------

Willem I—III zie NEDERLAND (koningen-prins), Willem I—III.

Willem IV Alexander groothertog van Luxemburg (1905—12), * 22.4.1852 Biebrich, ✝ 25.2.1912 Luxemburg; zoon van groothertog Adolf (van Nassau). Willem huwde in 1893 met Maria Anna van Bragança. Hij was van 1902—05 regent voor zijn hoogbejaarde vader. Aangezien Willem geen zonen had, werd in 1907 in Luxemburg de opvolging in vrouwelijke lijn mogelijk (Maria Adelheid).

------------------------------

NASSAU

------------------------------

Willem I (de Rijke of de Oude)

graaf van Nassau-Dillenburg, Siegen, Vianden en Dietz, * 10.4.1487 Dillenburg, ✝ 6.10.1559 Dillenburg; zoon van Jan V van Nassau. Willem was sinds 1506 gehuwd met Walburga van Egmond en sinds 1531 met Juliana van Stolberg-Wernigerode. Hij twistte evenals zijn vader met de landgraven van Hessen over de opvolging in het graafschap Katzenelnbogen. In 1557 kwam het tot een vergelijk: Katzenelnbogen bleef aan Hessen, maar Nassau behield het recht de titel te dragen. Willem voerde in Nassau het lutheranisme in en trad in 1536 toe tot het Schmalkaldisch Verbond. Zijn oudste zoon Willem (Willem I, stadhouder) werd universeel erfgenaam van René van Chalon ( Orange).

------------------------------------

NEDERLAND (stadhouders)

------------------------------------

Willem I (de Zwijger)

graaf van Nassau, sinds 1544 prins van Oranje, stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht (1559—67,1572—84), * 25.4.1533 Dillenburg, ✝ (verm.) 10.7.1584 Delft; zoon van Willem I van Nassau en Juliana van Stolberg-Wernigerode. Willem was sinds 1551 gehuwd met Anna van Buren, sinds 1561 met Anna van Saksen (in 1571 gescheiden), sinds 1575 met Charlotte de Bourbon en sinds 1583 met Louise de Coligny. Hij was de vader van Filips Willem en van de stadhouders Maurits en Frederik Hendrik. Willem werd in 1544 ten gevolge van het sneuvelen van zijn neef René van Chalon prins van Oranje. Hij werd daarom door Karel V aan zijn lutherse omgeving onttrokken en kwam in 1545 aan het Hof in Brussel. In 1551 werd Willem kapitein, in 1555 kapitein-generaal van het leger bij Givet, in 1555 lid van de Raad van State en Vliesridder.

In 1559 benoemde Filips II hem tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. Willem, de belangrijkste figuur uit de eerste helft van de Tachtigjarige Oorlog, keerde zich tegen de centraliserende plannen van Filips, omdat hem een Ned. regering van de adel voor ogen stond, die zou berusten op de oude privilegiën, onder oppergezag van de koning (een middeleeuws ideaal dus). Na 1559 vroeg hij met Egmond en Hoorne herhaaldelijk ontslag als lid van de Raad van State, toen bleek, dat deze verantwoordelijk werd gesteld voor regeringsmaatregelen, terwijl hij alleen advies kon geven en de werkelijke macht bij Granvelle berustte. Hij organiseerde in 1562 de Ligue der hoge adel, die in 1564 het vertrek van Granvelle wist te bewerken. De regering kwam echter niet in handen van de hoge adel, waarna Egmond naar Spanje werd gezonden om dit alsnog te bereiken. Na de Brieven van Segovia (nov. 1565) ontglipte de oppositie aan de hoge adel en ging naar de lage adel: het Compromis kwam tot stand, waarmee Willem contact onderhield via zijn broer Lodewijk (van Nassau).

De Beeldenstorm werd door Willem veroordeeld, omdat een volksregering het einde van de adelsheerschappij zou betekenen. In 1567 week hij bij de komst van Alva uit naar Dillenburg. Hij deed in 1568 drie aanvallen van het oosten uit, die echter mislukten, doordat de Nederlanden niet in beweging kwamen en de Duitse lutherse vorsten werkeloos bleven, terwijl Willems broer Adolf bij Heiligerlee sneuvelde. Hij wendde zich toen tot Frankrijk, verenigde zich met het leger van admiraal De Coligny te Limoges in de Derde Godsdienstoorlog (1568—70), maar moest na de nederlaag van de hugenoten bij Moncontour (okt. 1569) naar Dillenburg vluchten. In 1570 zocht Paulus Buys te Arnstadt namens Holland contact met Willem. De inval van 1570 mislukte echter ook, maar met de inneming van Den Briel door de watergeuzen (1572) kwam het keerpunt.

Pas de mislukking van het derde veldtochtsplan door de Bloedbruiloft in Parijs, waardoor er geen hulp uit Frankrijk zou komen, en de val van Mechelen, Zutphen en Naarden brachten Willem ertoe zich bij de calvinisten in Holland aan te sluiten: in nov. 1572 ging hij naar Holland, in 1573 werd hij calvinist. Met de Pacificatie van Gent leek Willems ideaal, vrijheid van de gezamenlijke Nederlanden, met verdraagzaamheid op godsdienstig gebied, bereikt (1576). De Generale Unie, door de Pacificatie van Gent tot stand gekomen, was echter een kort leven beschoren en in 1579 kwam het met de Unie van Atrecht en de Unie van Utrecht tot een breuk tussen Noord en Zuid. In

1580 sprak Filips de ban over Willem uit, waarop deze antwoordde met de Apologie, voor hem samengesteld door de hofprediker De Villiers en de calvinistische theologen Languet en Duplessis-Mornay. In 1580 werd op aandringen van Willem, omdat hij dit als enige weg zag, Frans van Anjou als heer der Nederlanden erkend, wat Willem zijn populariteit heeft gekost. In 1582 werd een aanslag op hem gepleegd door Jean Jaureguy. Willem verloor nog meer aan populariteit door de Franse Furie, zodat de ontvangst in Antwerpen bij zijn huwelijk (1583) met Louise de Coligny uiterst koel was en hij de stad in juli, feitelijk gedwongen, verliet. Toen hij naar Holland was teruggekeerd, hadden de Staten van Holland en Zeeland het plan hem de soevereiniteit aan te bieden om de invloed van Anjou te beperken, maar op uiterst beperkende voorwaarden; voor het zo ver was, werd Willem te Delft door Balthasar Gerards vermoord. Uitgaven: Correspondentie, door N. Japikse (1934); De Apologie, door H. Wansink (1970).

Litt. J.W. Berkelbach van der Sprenkel, Oranje en de vestiging van de Ned. staat (2e dr. 1960); J. Romein en A. Romein, Erflaters van onze beschaving (10e dr. 1973); C.V. Wedgwood, William the Silent (1960); Y.

Cazaux, Guillaume le Taciturne (1973). Willem II (prins van Oranje)

prins van Oranje, graaf van Nassau, stadhouder van de Noordned. gewesten (behalve Friesland, 1647—50), * 27.5.1626 ’s-Gravenhage, ✝ 6.11.1650 ’s-Gravenhage; enige zoon van stadhouder Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Willem huwde in 1641 met Maria Stuart, dochter van Karel I van Engeland. Hij volgde op 14.3.1647 zijn vader krachtens de Actes van Survivance op als kapitein-admiraal-generaal der Unie en als stadhouder van alle gewesten, behalve Friesland. Willem leidde een vrij losbandig leven en had slechte raadgevers. Teleurgesteld in de Westfaalse Vrede (1648) koesterde hij plannen om het Offensief en Defensief Verbond met Frankrijk, dat in 1648 verbroken was, te herstellen en samen met Frankrijk de Zuidelijke Nederlanden op Spanje te veroveren en te verdelen, zijn schoonvader Karel I, die in 1649 onthoofd was, te wreken en zijn zwager Karel II op de Engelse troon te herstellen. Hij vond evenwel de Staten van Holland tegenover zich, die geen oorlog met Engeland of Spanje wensten en kwam in 1650 in conflict met de Staten van Holland, die meer troepen wilden afdanken dan de Staten-Generaal wensten.

Om verdere afdanking te beletten namen de Staten-Generaal (evenals in 1618 op onwettige wijze) het besluit de prins de stemhebbende steden Hollandse steden te laten bezoeken om deze over te halen zich bij de meerderheid neer te leggen (de bezending). Bovendien kreeg Willem dezelfde dictatoriale macht als Maurits in 161

8. Op grond van deze macht liet Willem zes gedeputeerden der Staten van Holland op Loevestein gevangenzetten ( Loevesteinse Factie). De bezending werd een mislukking. Willem trachtte zich bij verrassing van Amsterdam meester te maken, maar het kwam tot een akkoord, omdat de stad voor haar handel vreesde.

Litt. S. Groenveld, De Prins voor Amsterdam (1967); S. Groenveld, Naspel op Munster. Het stadhouderschap van prins Willem II (1968).

Willem III (Hendrik)

prins van Oranje, stadhouder van Holland en Zeeland (1672—1702), van Utrecht (1674—1702), van Gelderland en Overijssel (1675—1702), koning van Engeland en Schotland (1689—1702), * 14.11.1650 ’s-Gravenhage, ✝ 19.3.1702 Hampton Court; zoon van Willem II en Maria Stuart. Willem was vanaf 1677 gehuwd met Maria Stuart (de latere koningin Maria II Stuart, 1689—94). Hij werd opgevoed door zijn moeder en na haar dood door zijn grootmoeder Amalia van Solms. In 1666 kwam zijn opvoeding onder toezicht van Johan de Witt, die in 1667 bij het Eeuwig Edict het stadhouderschap in Holland afschafte en de onverenigbaarheid van stadhouderschap en kapitein-generaalschap in de andere gewesten uitsprak (door de andere gewesten in 1670 bij de Akte van Harmonie aanvaard). In de oorlog van 1672 werd Willem tot kapitein-generaal voor één veldtocht benoemd, maar toen de oorlog ongunstig verliep, werd hij door de Staten van Zeeland en van Holland tot stadhouder en door de Staten-Generaal tot kapitein-admiraal-generaal benoemd. Willem reorganiseerde het leger en wist de opmars van de Fransen tot staan te brengen, mede door de Hollandse Waterlinie.

Hij verkreeg in 1673 de steun van Spanje en de keizer, die zich in het Haags Verbond met de Republiek verenigden tegen Frankrijk, wat een ommekeer in de buitenlandse politiek van de Republiek betekende. Willem veroverde in 1673 Bonn, waardoor de Fransen, hun verbindingen bedreigd ziende, de Republiek ontruimden. Op 19.2.1674 werd de Tweede Vrede van Westminster met Engeland gesloten. Aan het bewind gekomen door een volksbeweging, bezat Willem nu door de successen in de oorlog een ongewoon grote macht. Op 2.2.1675 werd het stadhouderschap in de vijf gewesten waarover Willem stadhouder was, erfelijk verklaard in de mannelijke linie, wat de Staten-Generaal ook met het kapitein-admiraal-generaalschap deden. In de gewesten Utrecht, Gelderland en Overijssel voerde Willem de regeringsreglementen in.

In Zeeland beschikte hij over drie van de zeven stemmen in de Staten door zijn positie van Eerste Edele en het markiezaat van Veere en Vlissingen, waardoor hij de magistraat in die steden benoemde. In de voortgezette oorlog tegen Frankrijk was Willem in de Zuidelijke Nederlanden niet tegen Condé opgewassen. In 1678 drongen de Fransen ver in het zuiden door; Gent en leper werden genomen en op 10.8.1678 werd de Vrede van Nijmegen met Frankrijk gesloten.

Na de vrede heeft Willem zijn grote macht niet gebruikt om de gebrekkige staatsinstellingen van de Republiek te hervormen; slechts de personen werden, en dan nog maar ten dele, vervangen en zo kon onder Willem de regentenoligarchie de grondslag leggen voor haar macht in de 18e eeuw. Willem werd veel meer in beslag genomen door de buitenlandse politiek, d.w.z. de handhaving van het Europese evenwicht tegenover het Franse katholieke imperialisme. Zo probeerde hij na 1678 een nieuwe coalitie tegen Frankrijk te sluiten, waarbij hij echter in Holland te kampen had met verzet van Amsterdam en in Europa met het wantrouwen van de staten, die bang waren, evenals in 1678 door Holland in de steek gelaten te worden. Toen echter in 1685 de Franse koning Lodewijk XIV het Edict van Nantes herriep en in hetzelfde jaar Jacobus II in Engeland de troon besteeg, die zijn katholicisme sterk op de voorgrond stelde, zag men in de Republiek en in Europa de bedreiging van het protestantisme. Zo kwam op initiatief van Willem in 1686 de Augsburgse Liga tot stand tussen Spanje, de Duitse keizer, Brandenburg, Zweden, Savoye en een aantal Duitse vorsten. Dit verbond kreeg echter pas betekenis toen Willem in 1689 koning van Engeland was geworden en vervolgens de Republiek en Engeland zich aaneen sloten tot het Groot Verbond van Wenen (12.5.1689).

Dit Verbond voerde de Negenjarige Oorlog (1688—97). Deze oorlog droeg reeds de kiemen van een volgende in zich in verband met de Spaanse opvolgingskwestie (Spaanse Successieoorlog). Willem bracht het Eerste en Tweede Verdelingsverdrag tot stand tussen de pretendenten (resp. in 1698 en 1700), welke verdragen de oorlog niet konden voorkomen. Voor het uitbreken ervan overleed Willem. Met hem stierf het huis Oranje-Nassau in mannelijke linie uit.

Koning van Engeland was Willem via zijn huwelijk geworden. Hij stond in contact met de protestantse oppositie tegen Jacobus II. Na een uitnodiging door deze oppositie landde Willem op 14.11.1688 bij Torbay, het Engelse leger liep over en Jacobus vluchtte naar Frankrijk. Willems vrouw Maria wilde de kroon slechts aanvaarden wanneer Willem in plaats van prins-gemaal koning werd. De Declaration of Rights regelde hun rechten. Op 10.7.1690 versloeg Willem in de Slag aan de Boyne (Ierland) Jacobus, waarna hij de regering voornamelijk aan zijn ministers overliet en spoedig naar het vasteland terugkeerde.

LITT. J.K.Oudendijk, Willem III (1954); P.Geyl, Oranje en Stuart (1963); M.Ashley, The glorious revolution of 1688 (1966); S.B.Baxter, William III and the defence of European liberty, 1650-1702 (1966).

Willem IV, Karel Hendrik Friso prins van Oranje-Nassau, stadhouder van Friesland (1711—51, als Willem II), Groningen (1718-51, als Willem III), Drenthe en Gelderland (1722—51), vervolgens erfstadhouder van alle Noordned. gewesten (1747-51), *1.9.1711 Leeuwarden, ♰22.10.1751 ’s Gravenhage; postume zoon van Johan Willem Friso. Willem huwde in 1734 Anna van Hannover, dochter van koning George n van Groot-Brittannië. Gedurende zijn minderjarigheid voerde zijn moeder Maria Louise van Hessen-Kassel het bewind (1729—31) over Friesland en Groningen. Willem kwam door erfenis in bezit van de graafschappen Dillenburg (1739), Siegen (1742), Hadamar (1743) en andere landschappen, zodat hij de verschillende Nassause landen onder zijn bestuur verenigde. Hij werd door het slechte verloop van de oorlog tegen Frankrijk (1745—48) in 1747 tot stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht en Overijssel en tot kapitein-admiraal-generaal uitgeroepen, in de ijdele hoop dat hij hervormingen in het staatsbestuur zou aanbrengen.

Willem V Batavus prins van Oranje-Nassau, stadhouder van alle Noordned. gewesten (1751-95), *8.3.1748 ’s-Gravenhage, ♰9.4.1806 Brunswijk; zoon van Willem IV. Willem huwde in 1767 Wilhelmina Frederika Sofia van Pruisen. Hij had achtereenvolgens onder regentschap van zijn moeder Anna van Hannover en van Lodewijk Ernst, hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel gestaan. In 1766, meerderjarig geworden, verplichtte Willem zich bij de Akte van Consulentschap de raad van Brunswijk in te winnen, zonder dat deze daarvoor verantwoordelijk zou kunnen worden gesteld, hetgeen betekende, dat hij tot 1784 onder leiding van deze stond. Willem toonde geen enkel initiatief. Hij verliet ’s-Gravenhage toen hem het bevel over de troepen in die stad werd ontnomen ten gevolge van de tegen hem gerichte ontevredenheid over de afloop van de Vierde Engelse Oorlog en vestigde zich in 1785 te Nijmegen.

Een poging om Utrecht van Holland af te snijden, mislukte, doordat Willems legertje bij Vreeswijk werd teruggedreven. Hij maakte in 1787 aan elke poging van de democraten om tot verzoening te komen een einde in zijn Declaratoir, waarin hij zijn rechten tegen de patriotten verdedigde en elke samenwerking met de democraten afwees. Willem liet in 1787 zijn vrouw een poging doen zijn macht in Holland te herwinnen, welke poging door haar aanhouding aan de Vlist (Goejanverwellesluis) mislukte, maar na Pruisische militaire interventie leidde tot Willems ‘restauratie’. Willem nam in 1795, toen de Fransen de Republiek waren binnengevallen, de wijk naar Engeland en vaardigde op 7.2.1795 de Declaratie van Kew uit. Willem vertrok in 1801 van Engeland naar Diez (in Nassau), verleende in 1801 bij de Verklaring van Oranienstein zijn aanhangers toestemming betrekkingen te aanvaarden van het Franse bewind en wees het bestuur over de hem bij de Vrede van Amiens (1802) toegewezen gebieden Fulda, Corvey en Weingarten en de plaatsen Isny en Buchhorn af.

NEDERLAND (koningen-prins)

Willem I, Willem Frederik koning der Nederlanden (1814/15—40), groothertog van Luxemburg (1815-40), hertog van Limburg (1839—40), *24.8.1772 ’s-Gravenhage, ♰12.12.1843 Berlijn; oudste zoon van stadhouder Willem V en prinses Wilhelmina van Pruisen. Hij huwde in 1791 met prinses Frederica Louisa Wilhelmina van Pruisen en in 1841 met Henriëtte d’Oultremont. Willem leidde als erfprins met zijn broer prins Frederik van 1793—94 de strijd tegen de Fransen, week in 1795 met zijn vader uit naar Engeland, werd generaal in Pruisische dienst en vestigde zich te Berlijn, in 1799 te Lingen. Hij bleef in goede verstandhouding met de Oranjegezinden in de Bataafse Republiek en trachtte ook de gematigde patriotten voor zich te winnen. Willem bewonderde consul Bonaparte en bezocht deze in 1802 te Parijs. Hij won Bonaparte voor een schadeloosstelling in Duitsland aan het Huis van Oranje; in 1802 werd Willem vorst van Fulda en Corvey.

Hij wenste zich niet aan te sluiten bij het Rijnverbond, koos de zijde van Pruisen tegen Napoleon en verloor Fulda bij de Vrede van Tilsit (1807). In 1809 kwam hij in Oostenrijkse dienst. Willem vestigde zich na de Slag bij Wagram opnieuw in Engeland. Bij het einde van de Franse tijd werd Willem door G.K.van Hogendorp en de zijnen naar Nederland teruggeroepen; hij kwam op 30.11.1813 te Scheveningen aan land en aanvaardde de regering met de titel van soeverein vorst. Een ontwerp-constitutie werd op 29.3.1814 door een vergadering van 600 notabelen bekrachtigd. De grondwet van 1814 was een compromis tussen oude en nieuwe denkbeelden.

Toen op het Weens Congres (1815) bepaald werd dat Noorden Zuid-Nederland als waakhond tegen een eventuele nieuwe Franse expansie verenigd moesten worden en Napoleon van Elba ontsnapte, proclameerde Willem nog voor de onderhandelingen afgelopen waren, de vereniging van Noord-Nederland met België. Willem nam de titel koning der Nederlanden aan en er kwam een nieuwe grondwet (1815), die niet veel essentiële wijzigingen bracht. Op economisch gebied gaf Willem leiding van bovenaf; terwijl de meeste Nederlanders terug keken naar de Gouden Eeuw, begreep Willem dat de Ned. handel zich slechts kon herstellen op basis van een modern-kapitalistische grootindustrie. Willem was een typisch verlicht despoot, die buiten de volksvertegenwoordiging om regeerde door KB’s (Besluitenregering) en de financiën aan het toezicht van de Staten-Generaal onttrok. Ten opzichte van België stond Willem voor zeer grote moeilijkheden (Verenigd Koninkrijk). Toen in 1839 de Belg. afscheiding een feit was geworden, had zich in het Noorden een zodanige oppositie van de ontwikkelde burgerij gevormd, dat zij Willem tot hervormingsplannen kon dwingen (o.a. twee-jaarlijkse begrotingen en de strafrechterlijke ministeriële verantwoordelijkheid ingevoerd, 1840).

Bovendien had zijn populariteit door de status-quo met België en door zijn voorgenomen huwelijk met de rooms-katholieke en Belg. gravin Henriëtte d’Oultremont sterk geleden. Op 7.10.1840 deed Willem afstand ten gunste van de prins van Oranje (koning Willem II) en vestigde hij zich te Berlijn.

LITT. L.J.Plemp van Duiveland, Willem Frederik, koning der Nederlanden (1949); L.Aletrino, Drie koningen van Nederland (1959); L.Roppe, Een omstreden huwelijk (1962); J.Romein en A.Romein, Erflaters van onze beschaving (10e dr. 1973). Willem II, Willem Frederik George Lodewijk koning der Nederlanden en groothertog van Luxemburg (1840—49), hertog van Limburg, prins van Oranje-Nassau, *6.12.1792 ’s-Gravenhage, ♰17.3.1849 Tilburg; zoon van koning Willem I en prinses Frederica Louisa Wilhelmina van Pruisen. Willem huwde in 1816 met Anna Pavlovna (Paulowna), zuster van tsaar Alexander I van Rusland. Hij studeerde te Oxford en streed als luitenant-kolonel in 1811-13 onder de Engelse generaal Wellington in Spanje, onderscheidde zich in 1813 in de Slag bij Vitoria en streed als bevelhebber bij Quatre-Bras en in de Slag bij Waterloo, waar hij gewond werd. Hij legde in 1817 het opperbevel over het leger neer en verkeerde veel in kringen van de Belg. oppositie en in die van tegenstanders van de Bourbons. Willem kwam tijdens de Belgische Revolutie op 30.8.1830 samen met zijn broer, prins Frederik, met een troepenmacht voor Brussel aan.

Na onderhandelingen gaf Willem I aan prins Frederik bevel tot de aanslag op Brussel, die mislukte, waarna Willem op 4.10.1830 naar België werd gezonden. Willem erkende echter de zelfstandigheid van België, waarop hij door zijn vader naar Engeland werd gezonden. In mrt. 1831 keerde hij naar Nederland terug en kreeg het opperbevel in de Tiendaagse veldtocht. Willem volgde in 1840 zijn vader op. Hij had als militair slechts matige belangstelling voor staatszaken, maar zette wel de autocratische politiek van Willem I voort. Na ontslag van minister Van Maanen (1842) leidde Van Hall tot 1847 de regering en deze wist in 1843 een staatsbankroet te voorkomen.

Toen de Februarirevolutie in Parijs en de Maartrevolutie in Duitsland uitbraken, werd van verschillende kanten bij Willem op grondwetsherziening aangedrongen. Toen ook in Wenen opstand uitbrak, verklaarde Willem in 24 uur van conservatief liberaal geworden te zijn en benoemde een commissie tot grondwetsherziening, waarvan Thorbecke voorzitter werd. In 1848 vond afkondiging van de nieuwe (feitelijk herziene) grondwet plaats.

LITT. L.Aletrino, Drie koningen van Ned. (1959); E.van Raalte, Staatshoofd en ministers (1971). Willem III, Alexander Paul Frederik Lodewijk koning der Nederlanden en groothertog van Luxemburg (1849—90), hertog van Limburg, prins van Oranje-Nassau, *19.2.1817 Brussel, ♰23.11.1890 Het Loo; oudste zoon van koning Willem II en Anna Pavlovna. Willem huwde op 18.6.1839 zijn nicht Sofia Frederika Mathilde van Württemberg, die hem drie zonen schonk, Willem (*1840, ♰1879), Maurits (*1843, ♰1850) en Alexander (*1851, ♰1884). Na de dood van Sofia (1877) huwde Willem op 7.1.1879 met Adelheid Emma Wilhelmina Theresia van Waldeck-Pyrmont, uit welk huwelijk in 1880 de latere koningin Wilhelmina geboren werd. Willem volgde zijn vader op in 1849. Door zijn afkeer van de grondwetsherziening van 1848 was de verhouding tussen Willem en Thorbecke zeer moeilijk.

Na de Luxemburgse kwestie (1866—68), toen er geen koninklijke, maar parlementaire ministeries optraden, verliep Willems regering verder rustig. De ontwikkeling van het Ned. partijwezen en de daarmee gepaard gaande strijd gingen buiten de koning om; alleen de ca. 1880 opkomende sociaaldemocratie richtte zich heftig tegen de persoonlijkheid, het particuliere leven en het ambt van de koning. Willem was autocratisch, tactloos en opvliegend. Hij verhinderde het huwelijk van zijn zoon Willem met een gravin van Limburg Stirum, verhief op onregelmatige wijze een Franse operazangeres, met wie hij had willen huwen, tot Comtesse d'Ambroise. In 1887 kwam er een grondwetsherziening met de mogelijkheid tot uitbreiding van het kiesrecht. In verband met een ernstige nierziekte van Willem werd koningin Emma op 14.11.1890 tot regentes aangewezen.

LITT. L.Aletrino, Drie koningen van Ned. (1959); P.van ’t Veer, Maar Majesteit! (1968); E.van Raalte, Staatshoofd en ministers (1971).

Willem Alexander Claus George Ferdinand, prins der Nederlanden, prins van Oranje-Nassau, jonkheer van Amsberg, *27.4.1967 Utrecht. Willem Alexander is de oudste zoon van koningin Beatrix en prins Claus van Amsberg.

UTRECHT Willem I, bisschop van Utrecht (gelatiniseerd: Guilelmus), bisschop van Utrecht (1054—76), ♰27.4.1076 Utrecht. Willem nam in 1064 deel aan een bedevaart naar Jeruzalem. Hij werd door Godfried in met de Bult van Lotharingen gesteund tegen zijn vijanden Dirk V van Holland en Robrecht I de Fries van Vlaanderen. Hij was hervormingsgezind en in de Investituurstrijd een medestander van keizer Hendrik IV. Op de kerkvergadering te Worms (1076) wist hij de bisschoppen te bewegen de gehoorzaamheid aan paus Gregorius VII op te zeggen. Nadat Gregorius de ban over Hendrik had uitgesproken, sprak Willem te Utrecht in 1076 de banvloek over Gregorius uit. Willem II, bisschop van Utrecht (gelatiniseerd: Guilelmus), Willem Berthout van Mechelen, bisschop van Utrecht (1296—1301), ♰(gesn.) 4.7.1301 bij Montfoort.

Willems benoeming als lid van het machtige pro-Engelse Mechelse geslacht Berthout was een zet tegen Floris V van Holland, die naar de Franse kant was overgegaan. Willem maakte van de verwarring na de moord op Floris V gebruik om te proberen de goederen van Amstel en Woerden in bezit te krijgen, daarbij steunend op de Westfriezen. Hij sloot na de nederlaag bij Vronen met Wolfert van Borsele de Vrede van Veere (1297). Zijn bestuur wekte ontevredenheid bij de Utrechtse edelen en in 1298 kwam het tot een opstand tussen de Lichtenbergers (patriciaat) en Fresingen (bourgoisie), die Willem steunden. Willem verbond zich met Brabant; de Lichtenbergers werden gesteund door paus Bonifacius vin en namen Willem in 1299 gevangen. Na vier maanden werd Willem bevrijd.

Daarna ging hij naar Rome, waar de paus hem in 1300 in zijn waardigheden herstelde. Na zijn terugkeer trachtte hij de verbinding tussen Utrecht en Holland (dat de Lichtenbergers steunde) te verbreken, maar hij werd bij Montfoort verslagen en sneuvelde.

VLAANDEREN

Willem Clito Willem van Normandië, graaf van Vlaanderen (1127—28), ♰(gesn.) 27/28.7.1128 voor Aalst; zoon van hertog Robert III van Normandië. Willem Clito werd na de moord op Karel de Goede (1127) met steun van de Franse koning, Lodewijk VI, door de Vlaamse baronnen en de voornaamste steden als graaf erkend. In ruil voor deze keuze beloofde hij in verband met de handelsrelatie af te zien van de vijandige houding tegenover Engeland, en hij schonk de steden privileges. Een poging om die privileges weer af te schaffen, leidde tot een opstand (febr. 1128) onder leiding van Gent en Brugge. Willem Clito sneuvelde en Diederik van de Elzas werd door de Franse koning als nieuwe graaf erkend.

LITT. E.Warlop, De Vlaamse adel vóór 1300 (2 dln. 1968).

< >