o., leder vervaardigd uit de huiden van herten, gemzen en ander wild, met aan de vleeszijde een fluweelachtig oppervlak; tegenwoordig ook ledersoort van huiden met vele natuurlijke beschadigingen.
Het Wildleder was vroeger formaline-gelooid. Het werd voor handschoenen gebruikt.
Het tegenwoordige Wildleder bezit natuurlijke beschadigingen als gevolg van doornschrammen, luizebeten, vergroeide en open hoornstootwonden. Het leder is anilinegeverfd en soms voorzien van een kleurloos of zeer licht gepigmenteerd onderhoudslijtlaagje. Het wordt gebruikt als meubelleder.