(wijdde, heeft gewijd),
1. opdragen aan, afzonderen voor God of de godsdienst, met godsdienstplechtigheden inzegenen: een kerk -; zich aan God wijden, priester of kloosterling worden; (rooms-katholicisme) de priesterlijke waardigheid (aan iemand) geven, ordenen: iemand tot priester wijden;
2. in dienst stellen van, besteden (aan): zich aan een taak, zich geheel aan de studie wijden.