Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

White (patrick victor martindale)

betekenis & definitie

Australisch schrijver, * 28.5.1912 Londen. White groeide op in Sydney, genoot onderwijs aan het Cheltenham College in Londen en studeerde Frans en Duits aan het King’s College te Cambridge (1932-35).

Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hij bij de RAF en verbleef in het Midden-Oosten en in Griekenland. In 1948 keerde hij naar Sydney terug. Zijn eerste roman, Happy valley, verscheen in 1939, gevolgd door The living and the dead (1941) en The aunt’s story (1948). De kunst van White bereikte haar hoogtepunt met de romans The tree of man (1956), Voss (1957), Riders in the chariot (1961) en The solid mandala (1966). White heeft een eigen stijl, waarin elementen van het werk van D.H.Lawrence, V. Woolf en J.

Joyce te herkennen zijn; zijn symboliek gaat terug op de psychologische theorieën van C.G. Jung. In 1973 kreeg hij de Nobelprijs voor litteratuur. Werken: proza: The burnt ones (1964, verhalen), The vivisector (1970), The eye of the storm (1973), The cockatoos (1974), A fringe of leaves (1976); toneel: The ham funeral (1961), The season at Sarsaparilla (1962), A cheery soul (1963), Night on Bald Mountain (1964).Litt. B. Argyle, B.

White (1967); P. Beatson, The eye in the mandala. P. White (1976); W. Walsh, P. White: Voss (1976).

< >