Engels schilder en graficus, * 10.7.1834 Lowell (Massachusetts), ✝ 17.7.1903 Londen. Whistler werd na een mislukte militaire carrière in 1855 leerling van G.
Gleyre in Parijs, waar hij in contact kwam met de kring van Monet en Fantin-Latour. Ook werkte hij enige tijd met Gustave Courbet samen. Vier jaar later vestigde hij zich in Chelsea (Engeland). Whistler liet niet alleen het plastische en lineaire element varen, maar ook de visuele objectiviteit. Japanse prenten begonnen een rol in zijn werk te spelen, m.n. in zijn serie Nocturnes. Whistler schilderde avond-, nevel-, en regenweerstukken, die hij harmonieën, nocturnes, symfonieën of arrangementen in geel en wit, paars en groen, grijs en groen, wit en roze noemde en die bijna abstract aandoen.
Behalve deze ‘atmosfeerstukken’ schilderde Whistler portretten.Litt. D. Holden, Whistler, landscapes and seascapes (1969); R. McMullen, Victorian outsider. A biography of J.A.M. Whistler (1973); E.G.
Kennedy, The etched work of Whistler (1974); M. Levey, J.M. Whistler. Lithographs (1975).