m. (mv), Ploceidae, een vogelfamilie, behorend tot de orde zangvogels, 143 soorten omvattend, die in bomen of struiken kunstig geweven nesten maken.
Wevervogels maken nesten van plantedelen, zoals nerven van grote bladeren, grashalmen enz. De nesten zijn soms buidelvormig, en zeer stevig en voorzien van een toegangskanaal. Enkele soorten bouwen tezamen één groot, soms dakvormig nest, waarin ieder paartje zijn eigen kamer heeft. Wevervogels zijn vaak schitterend gekleurd. Men onderscheidt 4 onderfamilies, nl. de buffelwevers (Bubalornithinae, met 2 geslachten en 2 soorten); de mussen (Passerinae, met 8 geslachten en 37 soorten, o.a. huismus, koloniewever, mus, ringmus, rotsmus, sneeuwvink); de wevers (Ploceinae, met 7 geslachtenën 94 soorten, o.a. roodbekwever, vlammenwever); de weduwvogels of wida’s (Viduinae, met 1 of 3 geslachten en 10 soorten, o.a. paradijsweduwe) . Ook de astrilden worden wel tot de wevervogels gerekend. Wevervogels ontbreken in de Nieuwe Wereld.
LITT. H.von Boetticher, Die Widahvögel und Witwen (1952).