Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Westfaalse vrede

betekenis & definitie

de verdragen die in 1648 de Tachtigjarige Oorlog en de Dertigjarige Oorlog beëindigden. Na gerekte voorbesprekingen werden vanaf 1645 de onderhandelingen van de keizer met Frankrijk te Munster en met Zweden te Osnabrück voortgezet.

Op deze congressen, waar de meeste mogendheden van het Europese vasteland vertegenwoordigd waren, werden zowel de bepalingen tussen de verschillende landen als de verhoudingen binnen het Duitse Rijk geregeld. Spanje bleef in oorlog met Frankrijk, maar erkende op 30 jan. de Noordned, Republiek als een onafhankelijke staat en berustte in de sluiting van de Schelde (Munster, Vrede van). Als basis voor het verdrag gold de status quo, ook buiten Europa. De gezanten van Frankrijk (vooral d’Avaux), Zweden (Oxenstierna) en de keizer (Trautmannsdorf) kwamen op 24.10 tot een vergelijk: Zweden dat ook een oorlogsschatting van 5 mln. thaler bedong kreeg Voor-Pommeren, West-Achter-Pommeren, het aartsbisdom Bremen en het bisdom Verden. Frankrijk verwierf de landgraafschappen Opperen Neder-Elzas, de voogdij over tien rijkssteden (o.a. Landau en Colmar) en aan de overzijde van de Rijn Breisach en het bezettingsrecht in Philippsburg.

Zwitserland en de Ned. Republiek werden losgemaakt van het Duitse Rijk, dat door al deze bepalingen (die ook Zweden en Frankrijk stem in de Rijksdag gaven) sterk verzwakt werd. De regelingen binnen het rijk versterkten de vorsten die door Frankrijk of Zweden gesteund werden en lieten de keizer slechts een schijn van macht. Brandenburg kreeg Oost-Achter-Pommeren, de bisdommen Kammin, Minden, Halberstadt en aanspraak op de opvolging (1680) in het aartsbisdom Maagdenburg. Saksen behield de Lausitz, Beieren de Opper-Palts met de keurvorstelijke waardigheid. Het huis Wittelsbach van de Palts werd in de Rijnpalts hersteld met een achtste keurvorstelijke titel; al het verloren gebied werd gerestitueerd.

De
keizer erkende de soevereiniteit van de rijksvorsten ten aanzien van hun onderlinge en buitenlandse betrekkingen (behalve indien gericht tegen het Rijk). De godsdienstvrede van Augsburg (1555) werd deels bevestigd en behalve voor katholieken en luthersen ook voor calvinisten van kracht.

< >