Duits toneelschrijver, * 18.11.1768 Koningsbergen, ✝ 17.1.1823 Wenen. Werner werd in 1810 rooms-katholiek.
Na drie huwelijken liet hij zich tot priester wijden en werd een beroemd kanselredenaar. Geïnspireerd door Goethe, schiep Werner het model van de moderne noodlotstragedie in Der 24. Februar (1815). Werken: Die Söhne des Tales (1803), Attila, König der Hunnen (1809). Uitgaven: Nachg. Predigten (1836); bloeml. met biografie, door F.K.
Schütz (15 dln. 1840—41; herdr. 1969); Briefe, door O. Floeck (2 dln. 1914); Tagebücher (2 dln. 1939—40). LITT. W.G. Kozielek, Das dramatische Werk Z. Werners (1967).