o.,
1. overleg over het werk;
2. bundeling van belangen van werknemers die in een functionele relatie tot elkaar staan tot verbetering van de werksituatie.
Het werkoverleg zal autonoom moeten kunnen optreden, d.w.z. zonder directe invloed van de chef of de afdeling personeelszaken, met een open agenda, met werkelijke bevoegdheden (o.a. ten aanzien van de benoeming van de chef) en met openbare verslaggeving. Werkoverleg in deze zin staat in het perspectief van de ontwikkeling naar arbeiderszelfbestuur.