o. (-talen),
1. het bedrag aan lang vermogen waarover een onderneming beschikt voor de financiering van voorraden (inclusief onderhanden zijnd werk), debiteuren en kasmiddelen;
2. het overschot van lang vermogen boven de vastleggingen op lange termijn;
3. het overschot van de vlottende activa boven de vlottende passiva.
Men stelt wel dat het werkkapitaal bij industriële ondernemingen ca. 30-50 % van de vlottende activa moet bedragen. De zgn. werkkapitaal-ratio is: werkkapitaal/vlottende activa; vaak hanteert men daarvoor de current ratio: vlottende activa/vlottende passiva. Als de werkkapitaal-ratio 300/900 = 33 % bedraagt, beloopt de current ratio: 900/600 = 1,5, d.w.z. de vlottende activa werden voor een derde gefinancierd met werkkapitaal en voor twee derde met vlottende schulden.