o. (-en), geld dat in omloop wordt gebracht door een supranationale bank.
Wereldgeld wordt zowel in de officiële als in de particuliere sfeer algemeen aanvaard voor de vervulling van de drie hoofdfuncties van het geld: ruilmiddel, rekeneenheid en oppotmiddel. Als een vorm van wereldgeld kunnen de speciale trekkingsrechten (SDR’S) van het International Monetary Fund worden beschouwd. Naast het begrip wereldgeld staat internationaal geld, d.i. een nationale valuta, die in het internationale betalingsverkeer zowel in de officiële als in de particuliere sfeer de drie hoofdfuncties van geld vervult. Sedert 1945 spreekt men in dit verband van sleutelvaluta; als zodanig traden de dollar en het pond sterling op.