Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Wenen, hoofdstad van oostenrijk

betekenis & definitie

tevens bondsland, aan de Donau, 414 km2, 1,5 mln. inw., ca. 20% van de totale Oostenrijkse bevolking. Wenen is regeringszetel en omvat 35 % van de industriecapaciteit van Oostenrijk (m.n. elektro-industrie, autofabrieken, confectie, meubels, voedingsmiddelen), maar het kleinbedrijf overheerst.

Het verkeer richt zich vooral van west naar zuid (grote stations). Luchthaven Schwechat is van belang voor het internationale vliegverkeer. Naar het ontstaan kan men Wenen verdelen in drie delen:

1. het oudere stadsdeel dat tot 1857 omgeven was door muren;
2. het stadsdeel dat ontstaan was tussen de muren en de in 1704 gevormde versterkingswal;
3. de bij de stad gevoegde voorsteden en dorpen. Het oudere stadsdeel heeft het vroegere karakter van Wenen nog bewaard in verschillende nauwe, bochtige straten. Als woonkwartier heeft het zijn karakter grotendeels verloren. De vroegere omwalling werd afgebroken en vervangen door een ring van boulevards. De Sint-Ruprechtkerk (8e eeuw?, verbouwd in de 19e eeuw) staat dicht bij het Donaukanaal. Aan de westrand, Am Hof, werd de Babenberger burcht gebouwd. Tot de abdij Melk behoorde de in de 18e eeuw vernieuwde Mölkerhof. Kerken in dit stadsdeel: de Sint-Petruskerk (8e eeuw, vernieuwd in de 18e eeuw), de Salvator, de Maria am Gestade (14e eeuw). Aan de oostzijde van de oude nederzetting de Stefansdom, oorspronkelijk een romaanse kerk, in de 14e eeuw herbouwd in laatromaanse stijl en in 1446—56 afgebouwd, in de Tweede Wereldoorlog beschadigd, daarna hersteld. Aan de zuidzijde van de nederzetting verrees in de 13e eeuw de burcht van Ottokar van Bohemen, die als Hofburg de zetel werd van de Habsburgers. De Nationalbibliothek (vm. Hofbibliothek) omvat o.a. een grote collectie handschriften. De Schatzkammer in de Hofburg bevat een unieke verzameling wandtapijten, meubels, glaswerk en porselein. De Stallburg (Hofburg) huisvest de Spaanse rijschool. Aan de zuidzijde van de Hofburg ligt een reeks parken: Volksgarten, Heldenplatz en Burggarten. Ten oosten van de Hofburg is de Kapucijnerkerk (17e eeuw) met de begraafplaats van de keizers. In de nabijheid staat het vroegere paleis van aartshertog Frederik, met de grafische verzameling Albertina. Van de paleizen zijn te noemen het Liechtensteinse Majoratshaus, het Kinskypaleis, het Schloss Schönbrunn met verzameling schilderijen van Ned. meesters.

Op het eiland tussen het Donaukanaal en de rivier de Donau ligt het tweede district, Leopoldstadt, met park Augarten en porseleinfabriek. Aan de oostzijde strekt zich het Prater uit, een park met diverse amusementsgelegenheden langs de Donau. In het zuidoosten liggen het lustslot Belvedere (18e eeuw) en het Oostenrijkse Museum voor Kunst en Industrie met grote verzameling kunstnijverheid, porselein enz. Ten westen van dit stadsdeel bevindt zich het district Wieden met Theresianum en museum Vindobonense (archeologische verzameling). Oudste dierentuin van Europa (1752).

Wenen heeft een universiteit (1365), hogescholen voor techniek, diergeneeskunde, bodemkunde en economie, een academie voor kunst en een conservatorium. Vele theaters: Burgtheater, Staatsopera, Volkstheater, Volksopera, Academietheater. Verder het Concertgebouw (Wiener Philharmoniker en Wiener Symphoniker). Er zijn vele filmstudio’s te Wenen. Alle bemoeiingen om de nimbus van culturele wereldstad te handhaven, kunnen niet verdoezelen dat dit karakter steeds meer verloren gaat, mede door het geringe achterland dat na de Tweede Wereldoorlog overbleef.

GESCHIEDENIS

Wenen was oorspronkelijk het Keltische Vindobona, dat ca. 50 n. C. Romeinse garnizoensplaats werd. In 881 werd de plaats voor het eerst als Wenia aangeduid, in 1137 voor het eerst als stad genoemd, in 1156 residentie van de Babenbergers. In 1237 kwamen de burgers in opstand tegen hertog Frederik II, waardoor de gelijknamige keizer de stad kon binnentrekken en haar tot vrije rijksstad verhief.

De hertog hernam de stad. In 1296 onderdrukte Albrecht I van Habsburg een opstand van de burgerij. Daarna maakte hij een eind aan de status als vrije rijksstad. In 1526 volgde verdere beknotting van de stadsprivileges. Wenen werd tevergeefs belegerd door resp. de Turken (1529 en 1683), Bohemen (1610), Zweden (1645). Het uiteenvallen van de Oostenrijks-Hongaarse Donaumonarchie heeft catastrofale gevolgen gehad voor Wenen (excentrisch gelegen ‘waterhoofd’ van een kleine staat).

Het werd bolwerk der Oostenrijkse sociaaldemocratie, die in 1934 in de illegaliteit werd gedrongen. De wereldcrisis (1929) verscherpte de situatie: enorme werkloosheid, radicale daling van het geboortencijfer. Na de annexatie van Oostenrijk door Duitsland (1938) werd Wenen een gouw. De deportatie van o.a. 180000 joden deed het inwonersaantal nog verder slinken. De stad was van 1945—55 verdeeld in vier geallieerde bezettingssectoren.

< >