Augsburgs koopmansgeslacht, dat door de handel van Venetië op Middenen West-Europa tot grote bloei kwam. Als geldschieter van keizer Karel V kreeg het in 1528 Venezuela in pand, waardoor het ook aan de overzeese handel ging deelnemen.
In Tirol en Saksen bezat het zilvermijnen. Door zijn rijkdom stond het geslacht, dat in 1532 geadeld werd, in hoog aanzien. In 1546 werd Venezuela de Welsers ontnomen. In de tweede helft van de 16e eeuw gingen zij sterk achteruit: het handelshuis raakte nl. diep geïnvolveerd in het herhaalde Spaanse staatsbankroet. In 1614 gingen de Welsers failliet.