I. zn. o.,
1. goeddunken, goedvinden, welbehagen: handel naar welgevallen;
2. genoegen, behagen: iets met welgevallen gadeslaan;
II. als infinitief: zich iets laten welgevallen, het goedschiks ondergaan.
Gepubliceerd op 31-01-2022
betekenis & definitie
I. zn. o.,
1. goeddunken, goedvinden, welbehagen: handel naar welgevallen;
2. genoegen, behagen: iets met welgevallen gadeslaan;
II. als infinitief: zich iets laten welgevallen, het goedschiks ondergaan.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: