m. (-s),
1. iemand die wekt, porder;
2. persoon of zaak die opwekt;
3. inrichting aan een uurwerk dat, opgewonden, op een bepaald uur een ratelend of rinkelend geluid laat horen; m.n. klokje met zo’n inrichting: heb je de wekker niet gehoord?;
4. (visserij) een eind ketting dat voor de opening van de trawl dwars over de bodem gaat en waarmee de platvis, die zich op of juist onder het zand schuil houdt, wordt opgejaagd.
Wekkers komen reeds voor bij uurwerken uit de 15e eeuw. Begin 20e eeuw is de wekker een zelfstandige uurwerksoort geworden, waarbij de kwaliteit van het uurwerk meestal zeer pover is.